Gouden handjes uit de mouwen steken
Een talent in de tijd van de Bijbel, dat was niet niks. Het kwam neer op zo’n 30 kilo zilver, ofwel dertig jaarsalarissen. En vandaag? Vandaag bestaat een talent misschien wel uit een goed verstand of gouden handjes.
Dat gaf bestuurslid G. Nieuwenhuis van het Driestar College maandag mee aan zijn gehoor in Moerkapelle. Daar had in het gebouw van de plaatselijke gereformeerde gemeente een van de tien openingsbijeenkomsten plaats van de middelbare school met vestigingen in Gouda, Leiden en Lekkerkerk. Negen samenkomsten werden maandagavond gehouden, de tiende volgt vanavond in Nieuw-Lekkerland.Op alle bijeenkomsten stond maandag de Bijbelse gelijkenis over de talenten centraal, waarin een heer zijn enorme kapitaal van tientallen kilo’s edelmetaal in handen van drie van zijn dienstknechten legt en voor onbepaalde tijd vertrekt. Twee van de knechten weten de talenten die ze krijgen te verdubbelen, de derde begraaft zijn talent.
Volgens Nieuwenhuis zijn uit de gelijkenis twee lessen te trekken. De „minst belangrijke” is dat alle gaven gekrégen zijn, „er is niets van ons bij.” Om die reden moet je je gaven ook gebruiken, hield hij de leerlingen voor. „Heb je gouden handen gekregen, steek ze dan ook uit de mouwen. Dat is wat de Heere van je vraagt, niet meer en niet minder.”
Nieuwenhuis, in het dagelijks leven werkzaam voor de Zending Gereformeerde Gemeenten, voegde daar aan toe dat iedereen zich moet afvragen of en hoe hij zijn talenten voor een ander kan inzetten. „Denk eens aan uitgaan in de zending, of de hulpverlening.”
Beeld van God
De belangrijkste les van de gelijkenis is volgens het bestuurslid echter niet horizontaal, maar verticaal van aard. „God heeft nog méér gaven gegeven dan een goed verstand of gouden handen. Het Woord van God, het feit dat je elke zondag naar de kerk kunt, de doop.”
De vraag is of leerlingen díe gaven net zo positief waarderen als de horizontale gaven, aldus Nieuwenhuis. „Zie je die gaven als last, welk beeld van God heb je dan? Misschien lijk je dan op die luie dienstknecht. Die had z’n Bijbel om zo te zeggen keurig bewaard, maar las er net in. Het voornaamste dat gemist werd, was de liefde tot God in zijn hart.”
Zinloos leven
Na het meditatieve gedeelte sprak op alle openingsbijeenkomsten een directielid over een zinvol of zinloos leven. In Moerkapelle boeide adjunct-directeur havo bovenbouw, J. van Beest, zijn gehoor door de jongeren op te roepen concreet iets voor anderen te betekenen het komend schooljaar, zoals naast een leerling gaan zitten die altijd alleen zit.