Servië wil troepen in Kosovo stationeren
Servië heeft de NAVO om toestemming gevraagd om weer 1000 militairen in Kosovo te mogen stationeren. Het is bijna vier jaar geleden dat de Servische eenheden door luchtaanvallen van de NAVO werden gedwongen de provincie te verlaten. Kosovo wordt sindsdien door de Verenigde Naties bestuurd, ook al maakt het formeel nog deel uit van Joegoslavië.
De Servische premier Zoran Djindjic diende het verzoek zaterdag in bij de NAVO-commandant voor Zuidoost-Europa, admiraal Gregory Johnson. De NAVO leidt een vredesmacht van 30.000 militairen in Kosovo. Volgens Djindjic kunnen de Servische eenheden een veiligheidsvacuüm opvullen dat mogelijk zal ontstaan als de NAVO troepen weghaalt voor een eventuele oorlog in Irak.
Er zijn geen concrete plannen om troepen van de KFOR-vredesmacht weg te halen vanwege Irak. Wel wordt volgens KFOR-woordvoerder Tony Adams overwogen het aantal eenheden aan het einde van het jaar met de helft terug te brengen, als de veiligheidssituatie in Kosovo zich blijft verbeteren. Adams zei niet op het verzoek van Djindjic te willen reageren, maar voegde eraan toe dat er „geen behoefte of noodzaak is voor andere troepen dan KFOR om in Kosovo te opereren.”
Ramadan Avdiu, een naaste adviseur van de etnisch-Albanese premier Bajram Rexhepi, noemde het verzoek van Djindjic „een poging om Kosovo en de gehele regio te destabiliseren.”
In zijn brief zegt Djindjic zich zorgen te maken dat het internationale bestuur „bepaalde veiligheidstaken aan lokale structuren over zal dragen zonder overleg met de autoriteiten in Servië en Joegoslavië.” Volgens Djindjic zou daarmee vooruit worden gelopen op de bepaling van de definitieve status van Kosovo. Servië wil de controle over Kosovo behouden, terwijl de overwegend etnisch-Albanese bevolking aanstuurt op onafhankelijkheid.
Nog altijd durft het merendeel van de 230.000 Serviërs en andere niet-Albanese inwoners die Kosovo zijn ontvlucht niet naar huis terug te keren. De Serviërs die zijn achtergebleven wonen in geïsoleerde enclaves onder bescherming van KFOR.
Djindjic doet in zijn brief een beroep op de NAVO om „tenminste minimale soevereiniteit van Servië en Joegoslavië in acht te nemen.” Ook wijst hij erop dat in de betreffende VN-resolutie uit 1999 is vastgelegd dat een beperkt aantal Servische troepen ooit zou mogen terugkeren om de buitengrenzen van Kosovo en Servisch cultureel erfgoed te bewaken.