Stakingsactie in Venezuela beëindigd
De Venezolaanse oppositie heeft zondagavond officieel een einde gemaakt aan een algemene staking die het Zuid-Amerikaanse land twee maanden verlamd heeft. De massale werkonderbrekingen vanaf 2 december vorig jaar waren gericht tegen het beleid van de linkse president Chávez.
Een woordvoerder van de oppositie verklaarde de nationale staking op een persconferentie voor beëindigd. De actievoerders willen wel vasthouden aan acties in de belangrijke oliesector.
De oppositie, verenigd in het Democratisch Orgaan, kondigde een nieuwe fase aan in de strijd tegen de regering. De zogenoemde anti-Chávistas verklaarden te blijven streven naar vervroegde verkiezingen.
Eerder op de dag had president Chávez de stakingen al als mislukt bestempeld. Hij riep de overwinning uit en hij eiste straffen voor de stakingsleiders.
Het Democratisch Orgaan heeft zijn hoop gevestigd op een landelijke handtekeningenactie voor vervroegde verkiezingen. Volgens de oppositie ondertekenden gisteren honderdduizenden personen een petitie. Oppositieleider Antonio Ledezma hoopt met de onofficiële volksraadpleging een procedure voor vervroegde verkiezingen mogelijk te maken.
Het hooggerechtshof van Venezuela sprak zich anderhalve week geleden nog uit tegen het houden van een referendum over verkiezingen. Chávez gaf toen al aan dat hij een eventuele negatieve uitslag naast zich neer zou leggen, ook al zou 90 procent van de bevolking tegen hem stemmen. Volgens de grondwet kan er op zijn vroegst pas in augustus worden gestemd, op de helft van de ambtsperiode van Chávez.
De olieproductie herstelt zich inmiddels. Na bijna twee maanden van stakingen bereikte de productie vrijdag de helft van het niveau van voor de werkonderbrekingen.
De Venezolaanse oliemaatschappij Petroleos de Venezuela verwacht deze week 1,8 tot 1,9 miljoen barrels per dag te produceren. Vrijdag lag de productie op 1,5 miljoen vaten.
Venezuela was vóór de stakingen de vijfde exporteur en de achtste producent van olie ter wereld. Door de stakingsacties, die de olieproductie vrijwel lamlegden, verloor het land miljarden dollars aan inkomsten.