Verhage koos voor deze cd vooral muziek uit de 17e en de 18e eeuw, van onder anderen Scheidemann, Van Noordt, Bach en Kittel. Het orgel laat zich in deze muziek horen als een instrument dat helder klinkt (maar in de hoogte niet te fel wordt), terwijl stevige, karaktervolle bassen de klank voldoende draagkracht geven. Een tongwerk als de Dulciaan klinkt in Scheidemanns ”Erbarm dich mein” rustig en evenwichtig. De Trompet van het hoofdwerk is krachtig en breed, zonder te schreeuwen.Van Noordts Psalm 22 begint met een bijna ijl klinkend, ragfijn fluitenkoor. Het klinkt mooi doorzichtig, dankzij de orgelklank en het levendige spel van Verhage. Bachs Praeludium en Fuga in D-dur klinkt groots, maar blijft net zo doorzichtig. De pedaalpartij klinkt in dit werk nogal sterk. Is dat een kwestie van registratie of van opname? Misschien wreekt het zich hier dat de opname nogal direct is. Dat geeft een heel eerlijke, maar wel wat droge orgelklank.

In Händels Orgelconcert in F-dur (de bekende ”Koekoek en nachtegaal”) had het orkest wel iets ruimtelijker mogen klinken. Met dit onderdeel van de cd wordt overigens wel duidelijk dat het orgel zich zeer goed leent voor samenspel. De klank van orgel en orkest sluiten fraai op elkaar aan.

De cd sluit af met de Finale uit de Eerste Symphonie van Vierne. Voor zo’n stuk is de opname te direct en staat de klank van dit orgel wat mij betreft te ver af van het Frans-romantische orgel. Dit maakt echter temeer duidelijk waar de sterke kanten van dit orgel wel liggen. De Westerkerk heeft een fraai ogend en fraai klinkend orgel.

N.a.v. ”Škrabl-Orgel opus 213 – Westerkerk Veenendaal – Ad Verhage”; Fresco Records; € 17,50; bestellen: adverhage@gmail.com.