„Ze schoten op gewone mensen. Ik heb het zelf gezien", zei de 24 –jarige boer Li Jun uit de regio Kokang. „Ze zeggen dat ze niet meer zullen schieten, maar dat geloven we niet". Li Jun verblijft in een van de blauwe tenten die zijn opgezet in het bergachtige Nansan in China, net over de grens. Ook zijn vluchtelingen ondergebracht in enkele half afgebouwde gebouwen.China voorziet de vluchtelingen van eten en medische zorg. Volgens Peking krijgen 13.000 van de 37.000 vluchtelingen hulp van de regering, anderen verblijven bij vrienden en familie.

Sinds begin augustus leverden het Myanmarese leger en rebellen gevechten in het noordoostelijke gebied Kokang. De junta stuurde zevenduizend militairen naar het gebied om de rebellen te dwingen zich aan te sluiten bij veiligheidstroepen aan de grens.