Dat stelt L. Fraanje, voorzitter van de Jac. Gazenbeekstichting in Lunteren. Deze stichting zet zich in voor het behoud van cultuur- en natuurhistorisch erfgoed op de Veluwe. Zij werkt geregeld met de directie van de Hoge Veluwe samen.

Een boswachter van De Hoge Veluwe is zondagmorgen met een kleine twintig wandelaars op pad gegaan voor een safari door de besneeuwde bossen. Hij voerde de wandelaars door gebieden die normaal gesproken afgesloten zijn voor het publiek. De safari was in een mum van tijd volgeboekt.

„Die stiltegebieden zijn er niet voor niets. Juist in de wintertijd, wanneer de dieren het al moeilijk hebben, moet je ze alle rust geven die maar denkbaar is”, aldus Fraanje.

Een woordvoerster van De Hoge Veluwe ontkent dat de sneeuwsafari door stiltegebieden voerde. De boswachter liep volgens haar wel met de bewust klein gehouden groep wandelaars buiten de paden dwars door de bossen, terwijl hij uitleg gaf over het dierenleven in de winter.

De voorzitter van de Jac. Gazenbeekstichting is uiterst teleurgesteld in natuurbeheerders die de Veluwse bossen commercieel gebruiken. „Wandelen als een everzwijn met een stompzinnig brilletje op je neus, een bronstexcursie over ongebaande paden dwars door een rustgebied, het wordt steeds gekker.” Fraanje vindt dat natuurbescherming niet meer serieus kan worden genomen als dergelijke organisaties tegelijkertijd de rust in de dierenwereld verstoren.

De directie van De Hoge Veluwe bestrijdt dat het natuurgebied in een soort pretpark verandert. „We zijn ons zeer bewust van de frictie tussen recreatie en natuurbescherming. Daarom organiseren we grote activiteiten ook altijd in het centrum van het park bij de musea en andere bebouwing. Op die manier voorkomen we juist verstoring van de leefgebieden van het wild, want het behoud van ongerepte natuur staat voor ons natuurlijk voorop”, aldus de woordvoerster.