Immigratieproblematiek in Bijbels licht
Urk is een bijzonder dorp en dat is het. Over het bijzondere, zo niet unieke karakter van Urk zouden vele dingen te schrijven zijn, maar hier worden er slechts enige aangestipt. De helft van de bevolking is minderjarig en ruim 90 procent van de bevolking alsmede alle gemeenteraadsleden zijn kerkelijk meelevend. Waar kom je dat in Nederland nog tegen?
Het gevolg van het een en ander was tot dusver dat nationale wereldlijke politieke partijen zo goed als geen ingang vonden op het voormalige Zuiderzee-eiland. Zo haalde bij de laatste verkiezingen de PvdA 9 stemmen en de VVD 26. Echter, diezelfde verkiezingen lieten bijna iedereen steil van verbazing en velen van ontzetting achteroverslaan. Voor het eerst in de geschiedenis wist een wereldlijke partij in Urk boven de 1 procent uit te komen. De PVV van Wilders behaalde maar liefst 477 stemmen. Urk in last. Hoe is zo’n uitslag mogelijk?Voor mij persoonlijk waren die 477 stemmen niet zo verbazingwekkend. In de contacten met jongeren komen de aantrekkingskracht van de ideeën van Wilders over de islam en Europa prominent naar voren. Het zou mij dan ook niets verbazen als er onder die 477 stemmers heel wat refojeugd zat.
Verlegenheid
Ik kan mij de verlegenheid van de jeugd goed voorstellen. De jongeren maken niet zelden zelf het een en ander mee met allochtone jongeren, lezen in kranten en op internet percentages over criminaliteit en voelen zich geheel begrepen door de prikkelende en uitdagende taal en houding van iemand als Wilders. Op scholen en elders wordt hun niet alleen voorgehouden dat zij niet onmenselijk en onchristelijk mogen denken, maar ook dat dit betekent dat zij barmhartigheid moeten willen betrachten jegens ellendigen en dat dit dientengevolge inhoudt dat zij allochtonen moeten willen laten opnemen in Nederland.
Intuïtief voelen zij voor het grootste gedeelte wel aan dat dit de twee polen van de ellips van de waarheid zijn, maar zij kunnen zelf die twee niet met elkaar verbinden. Als de christelijke politiek met haar wollige woordendekens van nota’s en andersoortige publicaties hen ook niet wijzer maakt en zij in de praktijk constateren dat er bepaald geen verbeteringen optreden, dan heb ik er begrip voor dat zij het niet meer weten en dat zij in toenemende mate een keus maken die in hun ogen praktisch bezien de beste is, ook al getuigt dit van naïviteit.
Tot dusver werden kritische geluiden over de immigratiepolitiek neergesabeld met het argument dat ze gehoord werden uit de monden van jongeren en laagopgeleiden. Onderzoek leert evenwel dat dit niet (meer) opgaat.
Ook christenen die Bijbels willen leven en die zelfstandig en nuchter denken, voelen zich ter zake van de immigratiepolitiek in een spagaat zitten. Enerzijds willen zij voldoen aan hun roeping tot naastenliefde. Anderzijds vermenigvuldigen de kritische vragen. Hoe zit het met het economische motief van de immigranten? Is het wel liefdevol om degenen die genoeg geld hebben om een vliegreis of overtocht te bekostigen hier op te nemen, en hen die armer en ongeletterder zijn aan hun lot over te laten? Kunnen wij het naar ons nageslacht toe verantwoorden als onze maatschappij straks uiteenspat? Hoe zit het met het Bijbels getuigenis van de theocratie?
Oriëntatiepunt
In situaties van onzekerheid en onhelderheid is het verstandig een oriëntatiepunt te zoeken dat houvast geeft. Daarop kan men zich dan richten te midden van conflicterende gevoelens en inzichten. Hiermee zijn zeker niet alle vragen beantwoord en alle problemen opgelost, maar er kan dan wel een weg zichtbaar worden die men naar eer en geweten kan bewandelen.
Uiteraard is het zoekgebied voor zo’n oriëntatiepunt voor lezers van deze krant de heilige Schrift. „Alsof ik hier veel mee opschiet”, hoor ik een lezer verzuchten. Laten wij het zoekgebied verkleinen en beperken tot dat gedeelte van de Bijbel dat ons iedere zondagmorgen wordt voorgehouden: de Tien Geboden. Bij het vierde gebod luidt het daar dat geen levend wezen die tot het eigen huisgezin en bezit behoort, „noch uw vreemdeling die in uw poorten is”, op Gods dag dagelijkse en niet-noodzakelijke arbeid mag verrichten. Israël moest erop toezien dat vreemdelingen die zich te midden van het volk Gods gevestigd hadden, de inzettingen van de God van Israël onderhielden.
Dit nu lijkt mij het gezochte oriëntatiepunt. Immigranten die zich aan het Woord van God willen houden, zijn welkom in Nederland, andere niet. Wij zijn dan af van de als paddestoelen opschietende afgodstempels en hoeven ons ook over de integratie geen grote zorgen te maken.
Eigenlijk is het vreemd dat het vierde gebod niet of nauwelijks in de discussies gehoord wordt, ook in deze krant. Zou dat misschien komen omdat wij dan ook in aanvaring met de seculiere autochtoon komen en dan wel eens in een minder comfortabele positie in onze samenleving zouden kunnen belanden? Bijbelse, theocratische visies hebben nu eenmaal hun prijs.
De auteur is predikant van de hersteld hervormde gemeente te Urk en bijzonder hoogleraar aan de VU te Amsterdam vanwege de Hersteld Hervormde Kerk.Reageren aan scribent? goedbekeken@refdag.nl.