Agent: Ik rook mijn angstzweet
Agenten verkeerden tijdens de rellen op het strandfeest in Hoek van Holland afgelopen zaterdag in doodsgevaar.
„Het was echt oorlog”, betogen zeven agenten vrijdag in de Telegraaf en het AD. „Er werd gegooid met hekken. Er telde op dat moment maar één ding: je mocht niet onderuit gaan, niet vallen, want dan was je dood. We liepen achteruit en hielden elkaar vast.”De politiemensen wijzen met beschuldigende vinger naar aanhangers van Feyenoord. „We herkenden meteen Feyenoordhooligans. Dan poog je nog de angel eruit te halen. Onbegonnen werk. Vanaf het begin is er gevochten. Waren er steekpartijen. Dat is hun tactiek. Klappen uitdelen, weglopen en kijken hoeveel politie er op de been is.”
De dienders kregen allerlei voorwerpen naar zich toegesmeten, zoals flessen en fietsen. „Ze wilden ons bloed. Ze maken ons af. Hier komen we niet meer levend uit. Bacardi-flessen gevuld met zand vliegen door de lucht. Ik ruik mezelf. Pure angst.”
Het kostte agenten veel moeite om bij vier belaagde collega’s in burgerkleding te komen. „We stapten een arena in, vol met leeuwen. Honderden mensen riepen: „Daar heb je die kankerjoden!” Iedereen plukte aan ons, gooide zand in onze ogen. Met maximaal gebruik van onze wapenstok zijn we bij de vier agenten in burger gekomen.”
Opvallend is dat de politie in het AD stelt dat de 19-jarige Robby van der Leeden, die is doodgeschoten, zelf een van de relschoppers was. Tijdens het tumult werd een zwaargewonde man naar de agenten gegooid, kennelijk Van der Leeden. „Voor onze voeten plofte een lichaam neer. Een van diezelfde relschoppers die even daarvoor nog tegenover ons stond. En nu moesten we hem helpen, want dat was onze taak. Die jongen lag dood te gaan. Enkelen van ons liepen naar voren om voor hem te zorgen. We moesten vluchten. Die jongen hebben we 500 meter meegesleurd.”
Het slachtoffer is geraakt door één kogel, heeft het openbaar ministerie gisteren gezegd. Onduidelijk is waar hij is geraakt.