Generaal Martin Agwai stelt dat de felle gevechten die een paar jaar geleden nog woedden, intussen geluwd zijn. De rebellengroepen zijn gesplitst in diverse facties. Volgens hem is er nu nog slechts sprake van kleinschaliger conflicten en geweld tussen bendes, bijvoorbeeld tussen „mensen die meningsverschillen hebben over water en land” op lokaal niveau.Volgens Agwai zou alleen rebellenbeweging JEM nog een serieuze bedreiging vormen. Vorige week telde de Amerikaanse afgezant in Sudan maar liefst 26 verschillende rebellengroepen, die een groot obstakel vormen voor het sluiten van een vredesakkoord.

In Darfur woedt sinds 2003 een bloedig conflict dat volgens de VN aan ongeveer 300.000 mensen het leven heeft gekost en dat drie miljoen burgers van huis en haard heeft verdreven. Arabische milities die door de regering in Khartoem worden gesteund, vechten er tegen zwarte rebellen en houden huis onder de zwarte burgerbevolking.

Zes jaar geleden namen rebellen de wapens op tegen de Arabische regering die ze beschuldigden van discriminatie van zwarte inwoners. Regeringsgezinde milities sloegen ongekend hard terug, en brandden op grote schaal dorpen plat. Het regime in Khartoem van de van oorlogsmisdaden verdachte president Omar al-Bashir ontkent de milities te steunen. Ook zouden volgens de autoriteiten tienduizend in plaats van 300.000 mensen zijn omgekomen.

Oud-VN-gezant Jan Pronk noemde de opmerkingen van Agwai vanochtend in een reactie voorbarig. Ook Sudanspecialist Gill Lusk sprak van een „niet handige” zet omdat mensen zouden kunnen denken dat de problemen zijn opgelost. „Het is nog steeds de regering die bepaalt wat er gebeurt. Zij kan de strijd hervatten wanneer ze wil.”