Geruzie in Argentinië over presidentskandidaat
Het gekrakeel binnen Peronistische Partij in Argentinië over de procedure voor de selectie van een presidentskandidaat is toegenomen nu het congres van de partij besloten heeft de voorverkiezing te schrappen. Elke stroming binnen de partij mag een eigen kandidaat naar voren schuiven.
Het partijcongres negeerde een rechterlijke uitspraak die de peronisten verplicht tot het houden van voorverkiezingen. Een hoofdstedelijk tribunaal oordeelde dat afwijken van de gebruikelijke gang van zaken bij de nominatie van een presidentskandidaat alleen na aanpassing van de partijstatuten mogelijk is. Omdat de presidentsverkiezing reeds op 27 april plaatsheeft en aan het wijzigen van het reglement een lang en moeilijk politiek proces voorafgaat, ontbreekt hiervoor de tijd.
De manier waarop de Peronistische Partij haar presidentskandidaat aanwijst is al enige tijd een heet hangijzer in Argentinië. Vrijwel alle politieke waarnemers in Buenos Aires gaan ervan uit dat de peronistische lijsttrekker dadelijk zijn intrek mag nemen in het presidentieel paleis, het Casa Rosada. Het is niet zozeer dat de partij zich mag verheugen in een grote populariteit onder de kiezers, als wel dat de politieke concurrentie minimaal is. De Radicale Burgerunie is als traditionele tegenhanger van de Peronistische Partij uitgeschakeld. De radicalen zijn nog lang niet bekomen van het pijnlijke fiasco waarin de regering van hun president Fernando de la Rúa dertien maanden geleden eindigde.
President Eduardo Duhalde heeft de afgelopen twee maanden alles op alles gezet om de voorverkiezing binnen de Peronistische Partij te verhinderen. Dit is volgens hem de enige manier om de politieke wederopstanding van oud-president Carlos Menem, die thans een derde ambtstermijn ambieert, te dwarsbomen. Volgens Duhalde is de ongekende crisis waarin Argentinië eind 2001 terechtkwam vrijwel geheel toe te schrijven aan de onverantwoorde manier waarop Menem het land bestuurde.
Hoewel een belangrijk deel van de bevolking er net zo over denkt, blijft de oud-president redelijk populair onder de armere Argentijnen. Met weemoed denken zij terug aan het begin van de jaren negentig, toen de economie van het land op volle toeren draaide en het allemaal niet op leek te kunnen. Opiniepeilingen, waarvan er in Argentinië dertien in een dozijn gaan, gunnen Carlos Menem ongeveer 12 procent van de stemmen.
Door aan te sturen op het schrappen van de voorverkiezing wilde president Eduardo Duhalde ook de politieke loopbaan dwarsbomen van Adolfo Rodríguez Saá, gouverneur van de goed bestuurde provincie San Luis. Saá was in december 2001, direct na de val van de regering-De la Rúa, heel even president van Argentinië maar moest het veld ruimen omdat hij het aan de stok kreeg met de peronistische partijbonzen. Saá ziet in president Duhalde, toentertijd gouverneur van de politiek dominante provincie Buenos Aires, de oorzaak van zijn kortstondige verblijf in de hoofdstad en zint op wraak. Hoewel Saá wenkbrauwen doet fronzen met zijn soms nogal onbehouwen optreden, geniet hij als bestuurder een solide reputatie. San Luis is de best bestuurde provincie van Argentinië. Plaatselijke politici en ondernemers overwogen enkele maanden geleden nog de onafhankelijkheid uit te roepen om de welvarende provincie en haar puissant rijke overheid te scheiden van het volgens Saá „armlastige” Buenos Aires.
De peilingen geven Saá ongeveer 19 procent van de stemmen. Hoewel de gouverneur binnen de Peronistische Partij minder contacten en invloed heeft dan bijvoorbeeld oud-president Menem, nog steeds de politieke grootmeester van Argentinië, vreesden Eduardo Duhalde en zijn medestanders een overwinning van Saá bij een peronistische voorverkiezing als aanvoerder van een nieuwe stroming. Deze beoogt decentralisatie van de macht door bevoegdheden en bestuurstaken over te hevelen van de federale overheid naar de provinciale overheden.
Inmiddels heeft president Eduardo Duhalde zijn eigen presidentskandidaat gekozen. De keus is gevallen op gouverneur Néstor Kirchner van de provincie Santa Cruz in Patagonië, tot voor kort vrijwel onbekend in het land. Volgens Duhalde is Kirchner de aangewezen man om het aarzelende economische herstel, waarvan inmiddels sprake is, verder uit te bouwen.
Wat bij het gekissebis onder de peronisten opvalt is dat het de meeste kiezers amper interesseert. De zware crisis die de verpaupering van de eens welvarende natie teweegbracht heeft Argentinië omgevormd tot een land van anarchisten. Het vertrouwen in de politiek en in de politici is minimaal. Het gros van de Argentijnen zou het liefst de hele politiek willen opdoeken. Opiniepeilingen wijzen telkens opnieuw aan dat de favoriete kandidaat bij de presidentsverkiezing van eind april geen van de bovengenoemde is. Maar omdat er toch iemand moet regeren, doen de kiezers in arren moede maar weer een beroep op de peronisten.
Met het schrappen van de interne voorverkiezing is het laatste woord nog niet gezegd. Oud-president Carlos Menem kondigde aan het besluit van het partijcongres juridisch te zullen aanvechten en ook gouverneur Saá overweegt naar de rechter te stappen. Saá en Menem mogen nu weliswaar beiden als peronistische kandidaat aan de stemming van april deelnemen -naast Néstor Kirchner en alle anderen die om de gunst van de apathische kiezers willen wedijveren- maar hadden veel liever gezien dat hun partij met één enkele lijsttrekker de stembusstrijd was ingegaan. Carlos Menem had in dat geval zeker kunnen zegevieren, terwijl Adolfo Saá in elk geval een kans zou hebben gehad.
Wanneer justitie het laat bij de huidige stand van zaken, mag Duhaldes kroonprins, Kirchner, zich zeker de nieuwe president van Argentinië wanen. Duhalde laat er geen misverstand over bestaan dat hij alle politieke en financiële middelen waarover de staat beschikt tijdens de verkiezingscampagne zal aanwenden om Kirchner een handje te helpen. Volgens de president is dit gerechtvaardigd om Argentiniës toekomst veilig te stellen. „Een terugkeer van Menem zou niet alleen desastreus zijn voor het bescheiden economische welzijn van het moment, het zou ons land de nekslag geven die we als natie misschien niet overleven”, aldus Duhalde met gevoel voor drama.
Betreurenswaardig bij dit alles is vooral het haast geïnstitutionaliseerde gebrek aan respect voor de fatsoensnormen van het democratische bestel en ook het ontbreken van aandacht voor de noden van het thans gebroken land. Twee thema’s die noch Duhalde noch de andere peronistische leiders aansnijden. Zij hebben het nog steeds te druk met hun oude politieke vetes, waarvan de oorsprong en toedracht allang niet meer ter zake doen of zelfs al uit het geheugen zijn verdwenen.