Restauratie synagoge Beiroet gestart
De renovatie van de Maghem Abrehamsynagoge in de Libanese hoofdstad Beiroet is vorige week onverwacht toch van start gegaan.
Het project, dat zo’n 5 miljoen euro gaat kosten, zou grotendeels gefinancierd worden door Libanese Joden uit het buitenland, die anoniem willen blijven.De Maghem Abraham (”het schild van Abraham”) is genoemd naar een van leden van de Joodse gemeenschap in Beiroet en dateert uit 1925. Het gebouw staat in een verlaten wijk op nog geen vijf minuten lopen van het Martelarenplein en het betoverende Place d’Étoile.
De wijk, Wadi Abu Jamil, stond vroeger bekend als ”de vallei van de Joden”, maar is tegenwoordig een uitgestorven deel van het oude stadscentrum. Het is een van de weinige locaties in de stad waar jarenlang geen onderhoud is gepleegd. De werklui moesten zich dan ook een weg banen door metershoog onkruid om bij de synagoge te kunnen komen.
Het gebouw zelf –omringd door een witte muur, afgesloten met een verroest hek en dito slot– is ernstig gehavend. De muren staan nog overeind, maar het dak en het plafond zijn grotendeels ingestort. De ruiten zijn gesneuveld en de meeste Hebreeuwse inscripties zijn uit de muren gehakt of met witte verf beklad.
De restauratiewerkzaamheden zullen ongeveer anderhalf jaar duren. Het is de bedoeling dat het bedehuis in de oude staat wordt hersteld.
Yitzhak Azari, hoofd van de Libanees-Joodse Gemeenschapsraad, deed bij de start van de werkzaamheden een oproep om alle uit de synagoge gestolen goederen terug te brengen. Veel kostbaarheden zouden te vinden zijn in synagogen in Israël.
De Thorarollen zouden in 1976 zijn overgebracht naar Genève, waar ze in de kluis van de erven van de gerenommeerde Joods-Libanese bankier Edmond Safra zijn opgeborgen.
Een andere lezing zegt dat de sjoel tijdens de Libanese burgeroorlog (1975–1990) door verschillende milities is leeggeroofd.
De restauratie van de synagoge komt voor velen als een verrassing. Hoewel Azari in oktober vorig jaar de plannen ontvouwde, had niemand verwacht dat het er echt van zou komen. Al sinds het einde van de burgeroorlog wordt er over herstelplannen gesproken.
In de jaren vijftig en zestig telde de Joodse gemeenschap nog ruim 15.000 zielen. Anno 2009 wordt dit aantal geschat op 100 tot 1000 man. Behalve de synagoge is de Joodse begraafplaats aan de Rue de Damas het enige bewijs dat er ooit een Joodse gemeenschap in Libanese hoofdstad is geweest.
De Libanees-Joodse Gemeenschapsraad is van plan ook andere vervallen synagogen in het land te herstellen. Volgens Azari liggen er plannen op tafel om de ruïnes in Sidon, Aley en Tripoli op te knappen. Maandag is er een begin gemaakt met het herstel van de begraafplaats.
De Libanezen halen hun schouders op over de renovatieplannen van de Joodse gemeenschap. Zelfs de radicale sjiitische verzetsgroep Hezbollah maakt er geen bezwaar tegen.
Azari hoopt dat met de renovatie van de synagoge de Joodse gemeenschap in zijn land weer gaat groeien en dat de Libanese Joden die her en der in de wereld leven, naar hun vaderland zullen terugkeren.