De hervormde predikant uit Houten sprak in het kader van een studieweek over schepping en voorzienigheid. „We geloven dat alles ons ten goede overkomt, maar vaak gaan bittere raadselen mee over de grens van het leven”, aldus ds. Westland. „Niet alleen het goede, maar ook dingen die we als moeilijk ervaren, komen uit Gods hand. Zo is de scherpe doorn in het vlees Paulus gegéven. Niet altijd vallen puzzelstukjes op hun plaats, bij een terugblik op het leven.”Ds. Westland begon zijn lezing met een duik in de geschiedenis. In de Griekse tijd stond voorzienigheid gelijk aan noodlot. In de twintigste eeuw werd het „door het nazidom gebruikt om zich met religieuze gloed te sieren.” Anno 2009 ziet ds. Westland in termen als ”een bovenpersoonlijke energie” of ”een intelligent plan” een ommekeer. „Maar ook dan is het belangrijk het Bijbelse denken vast te houden.”

Heel de Bijbel ademt Gods voorzienigheid, stelt ds. Westland in navolging van theoloog dr. H. Bavinck. „God laat door de Bijbel zien hoe Hij regeert, zorgt, draagt, onderhoudt, vernieuwt, maar ook straft en uitdelgt. Zo is Hij betrokken op de schepping.”

De predikant vindt dat het kwaad geen logische harmonie kan vormen met de voorzienigheid. „Als we te veel systematiseren, doen we grof onrecht aan hen die een lijdensweg moeten gaan. Het kwaad en het lijden zijn absurd. Een klassieke onderscheiding is: Het kwaad gaat tegen de wil van God in, maar niet buiten de wil van God om.”

In Gods voorzienigheid heeft het handelen van de mens een plaats. Volgens de predikant gaat „het verbond van God uit, maar de mens wordt wel ingeschakeld, overigens zonder dat God volledig aan hem is gebonden. En zelfs in het risico dat hij zou zondigen, heeft God al van eeuwigheid voorzien.” Volledige autonomie van de mens staat echter haaks op Gods voorzienigheid. Alleen door het geloof wordt de mens in ware vrijheid gesteld, aldus ds. Westland.

Gods leiding in het persoonlijk leven kan opgemerkt worden in „het leven dicht bij de Schrift.” Ds. Westland: „Wie geen momenten kent van bezinning en gebed, wordt gemakkelijk meegenomen in de maalstroom van het leven.”

De predikant benadrukt dat niet alle levensvragen daarmee opgelost zijn. Hij pleit voor terughoudendheid als het gaat om het zien van Gods hand in het leven. „Voorspoed is niet zomaar een bewijs van Gods gunst, en tegenslag niet altijd het omgekeerde. Dicht bij de Bijbel leven, kan ons bewaren voor selectiviteit en subjectiviteit.”

Toch blijft het waar dat God de mens niet verzoekt boven vermogen, aldus de predikant. „Ook als ons oog niet ziet, volgen we zonder vragen, en soms vol met vragen. Als we Zijn hand niet zien in de verwarring van ons leven, volgen we omdat we Zijn hart mogen kennen van Golgotha.”