Prediker van vertrouwen in barre tijden
Een te grote rol voor de overheid is niet goed. Ook de vrije markt mag niet dominant zijn. Er moet een samenleving komen met een gezonde balans tussen die partijen en het maatschappelijk middenveld, met daarin burgers die hun verantwoordelijkheid nemen en weer leren vertrouwen op anderen.
Dat zegt Jan Jacob van Dijk, CDA-Tweede Kamerlid en hoogleraar christelijk sociaal denken aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam. Hij presenteert vandaag op het Christelijk-Sociaal Congres in Doorn het boek ”It’s trust, stupid!”, het tweede exemplaar in een reeks over discussies over christelijk sociaal denken.Van Dijk volgde aan de VU premier Balkenende op. „Christelijk sociaal denken gaat over verantwoordelijkheidsverdeling en over hoe je in de samenleving met elkaar omgaat.”
Vanaf het eind van de Tweede Wereldoorlog tot midden jaren zeventig stond het sociaal-democratisch gedachtegoed in Nederland centraal, zegt Van Dijk. „De overheid had een dominante rol. In de jaren zeventig trad er een kentering op. Toen trad de markt op de voorgrond vanuit een neo-liberaal denken. Individualisme en het vrijemarktdenken werden belangrijk.”
Binnen de Europese Unie staat eerlijke mededinging hoog in het vaandel. Er bestaat een heilig geloof in marktwerking, zegt Van Dijk. „Dat heeft ook nadelen. Na de vuurwerkramp in Enschede mocht Grolsch gebruikmaken van capaciteit van andere brouwers en kon zo overleven. Nu zou de EU dat als kartelvorming zien en afwijzen.”
Vrije markt
De ongebreidelde vrije markt leidde uiteindelijk tot de kredietcrisis, legt de hoogleraar uit. „Het is onze opdracht vanuit het christelijk sociaal denken met antwoorden op de crisis te komen. Dat denken wijst de burger op zijn persoonlijke verantwoordelijkheid, voor zichzelf en voor de kring waarin hij zich beweegt. Je moet niet naar de overheid wijzen of zeggen dat je als individu niets kunt uitrichten.”
Is een mens in staat goede keuzes te maken?
„Ik denk het wel. Ik ga niet uit van de gedachte van de Heidelberger Catechismus dat de mens niet in staat is tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. Dat vind ik een wel heel zwartgallig beeld. We weten wel dat er veel verleidingen zijn, van geld en luxe bijvoorbeeld.”
Wie spreekt u aan met ”It’s trust, stupid” (Het is vertrouwen, stommerd)?
„Ik spreek veel mensen aan, onder anderen politici. Een gebrek aan vertrouwen in de overheid en instituties als banken heeft een belangrijke rol gespeeld bij het ontstaan van deze crisis. Er worden nu veel maatregelen genomen om de recessie het hoofd te bieden. De wortel van de problemen, een gebrek aan vertrouwen, wordt niet aangepakt. We moeten ons nu focussen op het herstel daarvan.”
Vertrouwen is niet hetzelfde als zeker weten, stelt Van Dijk. „Vertrouwen is de verwachting die je ergens van hebt, maar er zit een risico aan. Het geeft partijen ook verantwoordelijkheid.”
Hiernumaals
De moderne mens sluit zo veel mogelijk risico uit, zegt de hoogleraar. „Het gaat zelfs zover dat we een sneeuwverzekering afsluiten voor het geval dat het tijdens de wintersport niet sneeuwt. We kunnen niet meer op een goede manier met tegenslag omgaan. Dat heeft veel te maken met secularisatie. Als je niet meer gelooft in het hiernamaals, moet het hiernumaals perfect zijn.”
De grootste uitdaging is mensen te leren om te gaan met tegenslagen, zegt Van Dijk. „Zodra je aanvaardt dat het kan tegenzitten, leer je vertrouwen op anderen.”
Er is op een roekeloze manier omgegaan met het vertrouwen dat we hadden, stelt Van Dijk. „Toen ik naar de bank ging om te informeren welke hypotheek ik kon nemen, werd me geadviseerd een wat groter huis te kopen dan ik op dat moment kon betalen. Hebberigheid werd gestimuleerd. Ik dacht dat de bank me ervoor zou behoeden om onverantwoord te lenen. We wisten bijvoorbeeld ook dat 20.000 euro gegarandeerd was door de overheid als er iets mis zou gaan met Icesave, maar we zetten er veel grotere bedragen op en verwijten anderen, zoals De Nederlandsche Bank, ineens verkeerd gedrag.”
In het verleden boden de overheid, de kerk en het gezin de morele ankers voor de samenleving, zegt Van Dijk. „De kerk en het gezin hebben flink aan invloed ingeboet. Zij moeten eraan werken die rol weer terug te krijgen. Ook zullen er andere instanties komen die dat anker kunnen bieden, zoals het maatschappelijk middenveld, het geheel aan organisaties in de samenleving die verschillende groepen, meningen en belangen vertegenwoordigen.”
Hoe moet de kerk moreel leiderschap tonen?
„Door zich niet te concentreren op interne organisatie, maar op het bijstaan van de gelovigen in een wereld die anders tegen het christendom is gaan aankijken: welke wapens hebben zij daarbij nodig?”
Hoe gaan we de economische crisis het hoofd bieden?
„We moeten mensen erop wijzen dat ze verantwoordelijkheid hebben. De overheid moet weer vertrouwen krijgen in de burger. Een aanvrager van een subsidie moet nu een enorm pakket formulieren invullen. Dat kan anders. Het maatschappelijk middenveld dient belangrijker te worden. Dat moet mensen weer met elkaar in contact brengen. De verhouding tussen markt, overheid en maatschappelijk middenveld moet weer in balans komen. We kunnen dat niet afdwingen, maar ik preek mijn boodschap.”
Bent u blij met het prille economisch herstel?
„Zeker. Maar de fundamentele discussie over herstel van vertrouwen is nog niet gevoerd. Dat probleem mag niet worden weggeschoven omdat die discussie te zweverig zou zijn.”
Dit is het eerste artikel in een tweeluik over het Christelijk-Sociaal Congres 2009. Zaterdag deel 2.