U behoort de wereld te zoeken alsof u ze niet zocht. Wij zijn geneigd de schepselen te verafgoden en ons te wenden tot gebroken bakken, en de fontein van levend water te verzaken. Wij zoeken het schepsel alsof het God is. Al onze krachten worden er gewoonlijk aan verspild.Mensen hebben grote verwachting van de dingen van de wereld. Ze zijn als dwaze kinderen, ingenomen met schilderijen. Zij hebben hoge verwachting als ze zich uitstrekken om iets te verkrijgen. En wanneer het verkregen is, zal het niet bevredigen. De wereld belooft wat schoons en misleidt de zielen die niet beter weten. Een kind van God moet hier matig en nuchter zijn. Hij behoort hier weinig waarde te hechten aan alle geschapen dingen en alles te besluiten onderijdelheid en kwelling des geestes.

Ware nuchterheid zoekt een beter ding, dat zij niet kan missen. De arme wereldling zoekt echter deze wereld als zijn enige schat. En als hij haar mist, wat heeft hij dan? Hij moet haar hebben of anders heeft hij niets. Een kind van God zoekt als een rijke man die voldaan is, en niet bezorgd is of hij het krijgt of niet. De wereldling zoekt het als zijn deel, zijn hart is erop gezet. Een kind van God zoekt het niet als zijn deel, doch als een toegift op de toekomende erfenis.

Hugo Binning, predikant te Goven, Schotland (Keurstoffen)