Dat bevestigde Martin van Oosten woensdagmorgen. „Het ziet ernaar uit dat het lastig wordt de AOW-leeftijd niet te verhogen”, aldus de woordvoerder van CNV-voorzitter René Paas.Het CPB heeft de cijfers vorige week op tafel gelegd tijdens een besloten overleg van de Sociaal-Economische Raad (SER). „Er kwam naar voren dat het aftoppen van de hypotheekrenteaftrek onvoldoende oplevert om de financiering in toekomst rond te krijgen.”

Ook het voorstel om mensen die 45 jaar gewerkt hebben 100 procent AOW te bieden, blijkt moeilijk uitvoerbaar omdat de registratie van de gewerkte jaren pas sinds twintig jaar bestaat, aldus Van Oosten. Ondanks de nieuwe feiten zegt het CNV bij zijn officiële standpunt te blijven. „Verhoging van de AOW-leeftijd is een uiterste maatregel, waarmee pas wordt ingestemd als alternatieven echt niet haalbaar zijn.”

Mocht het zover komen, dan stelt de vakcentrale voorwaarden: „De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten. Mensen die zwaar werk hebben gedaan worden ontzien. Er komt een overgangsregeling voor degenen die jong met werken zijn begonnen én de verhoging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar gaat pas in 2016 in”, somt Van Oosten op.

Het kabinet heeft dit voorjaar besloten bij de aanpak van de economische crisis en het oplopende begrotingstekort de AOW-leeftijd te verhogen. De SER heeft van het kabinet tot 1 oktober de tijd gekregen om een alternatief te bedenken.

Het lijkt lastig voor vakbonden, werkgevers en kroonleden in de SER om op een lijn te komen.

De CNV-woordvoerder vindt het echter nog te vroeg om voorspellingen over de afloop van het SER-overleg te doen. „Na het bekend worden van de nieuwe CPB-cijfers zit de boel behoorlijk vast.”

De FNV houdt vast aan de AOW-leeftijd van 65 jaar en zegt niet ondersteboven van de CPB-cijfers te zijn. „Wij hebben nog altijd vertrouwen in onze eigen voorstellen en in de redelijkheid van de gesprekpartners binnen de SER”, aldus FNV-woordvoerder Harrie Lindelauff.