Cultuur & boeken

Gereformeerde genadeleerBijbels getoetst

Waarom is de gereformeerde genadeleer de juiste leer? In zijn boek ”Het Woord van Gods genade” zoekt Steven Lawson dit vanuit de Schrift aan te tonen. Hij neemt als uitgangspunt voor de gereformeerde genadeleer de bekende Dordtse Leerregels en zoekt te bewijzen dat deze opvattingen over de genade van God geheel overeenkomen met de Heilige Schrift.

Ds. C. Harinck
26 August 2009 11:32Gewijzigd op 14 November 2020 08:31

In de Engelssprekende wereld vat men de leer van de Dordtse Leerregels samen met het woord ”tulip”. De ”t” staat hierin voor ”total depravity”, totale verdorvenheid. De ”u” staat voor ”unconditional election”, onvoorwaardelijke uitverkiezing. De ”l” staat voor ”limited atonement”, beperkte verzoening. De ”i” staat voor ”irresistable grace”, onwederstandelijke genade. De ”p” staat voor ”perseverance of the saints”, de volharding van de heiligen.Lawson vindt deze vijf begrippen wezenlijk voor de Dordtse Leerregels en voor de gehele genadeleer. Aan de hand van deze vijf punten kijkt hij daarna naar de Bijbel, van Genesis tot en met het boek Job, en bewijst dat deze vijf punten in ieder bijbelboek terug te vinden zijn.

Hij begint met de schepping en vindt daarin goddelijke soevereiniteit. God kon wel of niet scheppen naar Zijn welbehagen. Hij ziet onwederstandelijke genade in het spreken van God bij de schepping van het licht en het voortbrengen van het uitspansel. Het blazen van een adem des levens in de mens ziet hij als het levengevend werk van de Heilige Geest in de wedergeboorte. Het leerstuk van de totale verdorvenheid weerspiegelt zich in de val van de mens. Adam toont dit in zijn ontkenning van de schuld. De overgedragen verdorvenheid zien we in Adams nageslacht, de doodslag van Kaïn en in de wereld voor de zondvloed.

Gods soevereine uitverkiezing komt aan het licht „in Gods onvoorwaardelijke keus om Adam, Eva, Abel, Henoch en Noach met zijn gezin te redden.” De particuliere verzoening ziet Lawson in het bekleden van Adam en Eva met de vellen van door God geslachte dieren. De bewarende genade toont zich in de bewaring van Noach en de zijnen in de Ark.

In het leven van Abraham zien we eveneens duidelijk de totale verdorvenheid, de onverdiende verkiezing, de beperkte verzoening, de onwederstandelijke genade en de bewaring in het geloof. Op die wijze zijn „de Bijbelse waarheden van Gods oppermacht in de zaligheid geworteld en gegrond in de rijke bodem van het eerste boek van de Schrift, het boek Genesis.”

Op dezelfde wijze behandelt de auteur Israëls verlossing uit Egypte, het boek Jozua, Richteren, de boeken van Samuël, Ezra en Job. Steeds ontdekt Lawson daar de genadeleer, die met het woord ”tulip” samengevat wordt.

Het is ongetwijfeld waar dat de leer van de totale verdorvenheid van de mens, de onvoorwaardelijke uitverkiezing van God, de tot de uitverkorenen beperkte verzoening, de onwederstandelijkheid van Gods genade en de bewaring van de gelovigen tot het einde in de Schrift terug te vinden is. Indien dit ontbrak was het maar een uitvinding van mensen. In zoverre is het goed om te onderzoeken of deze leer inderdaad ook in de Schrift terug te vinden is.

De manier waarop Lawson dit doet vind ik echter toch te geforceerd. Lawson leest de Bijbel door de bril van de vijf punten, die door de letters van het woord ”tulip” worden aangeduid. Het is alles te vooropgezet. Het geeft de indruk: Je stelt je een doel en wilt ergens uitkomen, en dan gebeurt dit ook.

Moeten we de Bijbel wel door deze bril lezen? Is de Schrift niet zijn eigen uitlegger? Het is nu dikwijls te ver gezocht, bijvoorbeeld in de uitleg van Gods scheiding tussen de wateren op aarde en de wateren van het uitspansel. Is dat nu echt een beeld van Gods verkiezing en verwerping? De genadeleer die Lawson wil verdedigen is een betere verdediging waard. Het boek bevat nog een brede inleiding van 30 bladzijden van John MacArthur over de leer van de Drie-eenheid. De reden waarom die in dit boek is opgenomen ontgaat mij.

N.a.v. ”Het Woord van Gods genade. Het Bijbels fundament van de genadeleer”, door Steven Lawson; uitg. De Groot Goudriaan, Kampen, 2009; ISBN 978 90 8865 079 6; 170 blz.; € 16,90.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer