Gezinscongres
Het kan niemand ontgaan zijn. Van NRC tot Parool, van Volkskrant tot Algemeen Dagblad, van NOS tot Een Vandaag… al deze media deden verslag van het World Congress of Families V, dat anderhalve week geleden in Amsterdam plaatsvond. Een congres waaraan mensen van allerlei religies en ook seculieren meededen. Het is in media neergezet als conservatief en diepreligieus.
Wat verklaart die buitengewone aandacht voor zo’n congres? De meeste congressen gaan onopgemerkt voorbij… Achteraf gezien lijkt het erop dat we veel aan D66 te danken hebben. Men werd daar nogal zenuwachtig omdat minister Rouvoet zo’n congres dorst te openen. Een van hun Kamerleden probeerde hem daar zelfs van te weerhouden. Deze politieke daad van D66 maakte de pers wakker.Toch verklaart dit niet alle aandacht. Nederland is een klein land in een grote wereld. Een progressief land ten aanzien van gezinsvormen en -beleid. Een open land dat wil meetellen in de wereld en gevoelig zuinig is op zijn progressieve imago. Dat imago dreigde een deuk te krijgen. Omdat daar ineens een congres unaniem een verklaring aanneemt met als vertrekpunt het natuurlijke gezin: een getrouwde man en vrouw met eventuele kinderen. Dát gezinsmodel, zo stelde het congres, biedt aantoonbaar de grootste kans op menselijk welzijn. Uit meer dan zestig landen spreken mensen met uiteenlopende achtergronden zich hiervoor uit. Op een niet te miskennen manier herinnert het congres Nederland eraan wat normaal en natuurlijk is. Misschien dat dit de grote media-aandacht het beste verklaart.
Toen ik het achterliggende jaar betrokken was bij de organisatie van dit World Congress of Families, kreeg ik van allerlei mensen om me heen vragen. Wat heeft zo’n congres nu voor zin? Mijn antwoord was dan steevast: We willen met dit congres aandacht vragen voor de positie van het gezin in ontwikkelingslanden. Daar is te weinig oog voor. Ook al wist ik dat sommige organisaties op het congres hun visie op een meer constructieve manier zouden kunnen uitdragen.
Nu ligt het achter de rug. Wat heeft het congres ons gebracht? Allereerst, het heeft Afrikanen, Aziaten en Zuid-Amerikanen bemoedigd omdat ze konden laten zien dat hun gezinsleven en familiestructuren in hun landen in bepaalde opzichten vaak rijker zijn dan hier. Als ze die rijke traditie vast weten te houden, is de onderlinge solidariteit er groter en gaat de zorg voor elkaar verder dan hier. Hun gezinsleven kan zo een model zijn voor het onze. Het mooie was dat tegelijkertijd Afrikanen en Aziaten openhartig erkenden dat hun soms erg gesloten gezinsleven niet altijd adequaat reageert op ontwikkelingen om hen heen. Juist daarom bemoedigde het hen, omdat ze zagen dat we ons gezamenlijk willen inzetten voor het behoud van hun gezinsleven, dat bedreigd wordt door migratie, aids, verstedelijking en westerse opvattingen.
Vervolgens, het heeft Europeanen en Noord-Amerikanen bemoedigd omdat ze zien dat de inzet voor het natuurlijke gezin in geseculariseerde samenlevingen herkend en gesteund wordt door een meerderheid van de wereldbevolking. Dat de uitdagingen en problemen vaak dezelfde zijn. Maar er was ook een open oog voor de bedreigingen van het gezin als gevolg van mondialisering en de moderne media. Er werd nagedacht over het beïnvloeden van media ten goede.
Tot slot, er had op het congres meer debat mogen zijn tussen de diverse soorten deelnemers en organisaties. De sterke one-issuebenadering van sommigen, gesterkt door bepaalde politieke culturen zoals de Amerikaanse, maakte dat tot een ware uitdaging. Waarbij er een voortdurende spanning is tussen idealen en realiteit. Maar dat laatste onderstreept eerder dat we over grenzen en verschillen heen elkaar moeten zoeken in onze inzet voor het natuurlijke gezin. Omdat ontwikkelingen ginds en hier met elkaar samenhangen. Positief en negatief. Aan de slag dus, met een netwerk van progezinskrachten, hier in Nederland en over de grens.
De auteur is coördinator beleidsbeïnvloeding bij Woord en Daad. Reageren aan scribent? gedachtegoed@refdag.nl.