De exacte hoogte van het bedrag is onder meer afhankelijk van de onderhandelingen over het sociaal plan en de toekomstige bestemming van het fabrieksterrein achter het Zwolse NS-station. Of in het bedrag ook rekening is gehouden met de miljoenenclaim die de gemeente Zwolle, de provincie Overijssel en het ministerie van Economische Zaken indienen, wil een woordvoerder niet zeggen. De overheden hebben de afgelopen jaren vele miljoenen geïnvesteerd in behoud van de Zwolse vestiging.

Wärtsilä Corporation en Wärtsilä Nederland hebben vrijdag de ondernemingsraad om een advies gevraagd over de voorgenomen sluiting. OR-voorzitter Daan Koetzier liet in een reactie weten dat de concerndirectie Zwolle geen stap tegemoet wil komen. Hij vindt het „betreurenswaardig” dat Wärtsilä niet genegen lijkt een oplossing te zoeken. De OR zal in ieder geval –samen met de vakbonden– volgende week een brief richting Finland sturen met daarin de eis om meer duidelijkheid en meer inhoudelijke argumenten voor de sluiting van de fabriek in Zwolle.

De OR-voorzitter vraagt zich nog steeds af waarom een –in zijn ogen– minder draaiende fabriek in het Italiaanse Triëst open mag blijven. Koetzier heeft „het vermoeden” dat Wärtsilä „onderling iets heeft geregeld” met de Italiaanse overheid. Vrijdag werd ook duidelijk dat de CDA-fractie in het europarlement vragen over de kwestie zal stellen. De OR hoopt nu op een Europees onderzoek.

Vijfhonderd
Volgens Wärtsilä vervallen met de sluiting van de Zwolse vestiging 500 arbeidsplaatsen. Eerder werd gesproken over 700 arbeidsplaatsen, maar vermoedelijk kan een deel van hen worden ondergebracht in de service- en verkoopvestiging, die in Nederland blijft behouden.

Het bedrijf noemt de sluiting noodzakelijk wegens de krimpende motorenmarkt. De productie wordt overgeheveld naar Triëst. Het type motoren dat daar wordt gebouwd, is te groot voor de Zwolse vestiging.