Rau prijst verzet tegen nazi’s
Zeventig jaar na de machtsovername door Adolf Hitler heeft de Duitse president Johannes Rau donderdag een lans gebroken voor de verzetsstrijders tegen de nazi’s. Tevens hekelde hij de gebrekkige verwerking van het verleden na de Tweede Wereldoorlog.
Rau sprak in München tijdens een lezing ter nagedachtenis aan de Weisse Rose, een verzetsgroep van studenten aan de universiteit van de Beierse hoofdstad. Sophie Scholl en haar broer Hans werden op 22 februari 1943 geëxecuteerd, nadat zij pamfletten tegen de nazi’s hadden uitgedeeld.
Volgens Rau zijn misdaden van de nazi’s na 1945 te vaak ontkend. Verzetsstrijders werden genegeerd of in een kwaad daglicht gesteld. De gebrekkige verwerking van het verleden had ermee te maken dat nazi-gezagsdragers na de oorlog al snel weer sleutelposities bekleedden.
Duitsland moet voortaan twee keer nadenken alvorens vergelijkingen te trekken met de nazi-tijd. Dat heeft parlementsvoorzitter Wolfgang Thierse donderdag gezegd, zeventig jaar na de benoeming van Adolf Hitler tot rijkskanselier.
Vergelijkingen tussen de huidige situatie in Duitsland en de nadagen van de Republiek van Weimar of de nazi-tijd zijn een gevaar voor de democratie, aldus Thierse, omdat zij leiden tot een klimaat waarin de roep om een ’verlosser’ steeds luider wordt.
In de Duitse politiek leiden vergelijkingen met de nazi-tijd steeds weer tot opschudding. Het laatste incident deed zich vorig jaar voor: toen moest minister van Justitie Helga Däubler-Gmelin aftreden omdat zij in een interview de Amerikaanse president George Bush met Hitler had vergeleken.
Ook de kracht van extreem rechts in het Duitsland van nu moet volgens Thierse niet worden overdreven. Het aantal misdaden door neonazi’s neemt weliswaar niet af, maar extreem rechts maakt bij verkiezingen nog steeds geen enkele kans, aldus de voorzitter van de Bondsdag.