Hartoperatie baby kan veiliger
Hartoperaties bij pasgeborenen kunnen veiliger worden uitgevoerd dan nu het geval is. Dat blijkt uit promotieonderzoek van F. de Somer aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG).
In Nederland worden per jaar ongeveer 900 kinderen met een aangeboren hartafwijking in de eerste weken van hun leven geopereerd. Daarbij wordt een hart-longmachine gebruikt die de belangrijkste lichaamsfunctie overneemt. Het gebruik hiervan kan voor problemen zorgen, omdat de organen van de baby’s nog niet zijn volgroeid en het lichaamsgewicht laag is.
Van Somer ontdekte onder meer dat er kleinere canules, buisjes die het bloed vervoeren, kunnen worden gebruikt dan nu het geval is. De grotere varianten brachten het risico met zich mee dat de bloedvaatjes van het patiëntje verstopt raakten. Ook blijkt het beter te zijn kleine kunstlongen en pompsystemen te gebruiken.
De promovendus zegt niet te kunnen zeggen of zijn bevindingen levens zullen redden. Wel gaat hij ervan uit dat de ziekenhuisopname van de pasgeopereerde patiëntjes verkort wordt. Ook de kans op complicaties verkleint.