Pleidooi voor AOW vanaf 68
Een snelle verhoging van de AOW-leeftijd tot ten minste 68 jaar ligt voor de hand. Anders kunnen de gevolgen van de vergrijzing niet zonder versobering van het staatspensioen of lastenverzwaring worden opgevangen.
Dat schrijven de Tilburgse hoogleraar Lans Bovenberg en Willem Heeringa, beleidsmedewerker bij De Nederlandsche Bank, in een artikel in het economenvakblad ESB dat VRIJDAG verscheen. Bovenberg zit bovendien in de speciale commissie van de Sociaal-Economische Raad (SER) die zich buigt over het plan van het kabinet om de AOW-leeftijd te verhogen van 65 naar 67 jaar.Het kabinet heeft dit voorjaar besloten bij de aanpak van de economische crisis en het oplopende begrotingstekort om de AOW-leeftijd te verhogen. De SER heeft van het kabinet tot 1 oktober de tijd gekregen om een alternatief te bedenken.
Maar het wordt lastig voor vakbonden, werkgevers en kroonleden in de SER om het eens te worden. De vakbeweging heeft grote moeite met het verhogen van de AOW-leeftijd. FNV Bondgenoten heeft al opgeroepen tot actie. Het artikel van Bovenberg is in die zin opmerkelijk, omdat het de discussie binnen de SER kan verstoren. Maar volgens kroonlid Bovenberg heeft de kredietcrisis de overheidsfinanciën dusdanig fors verslechterd dat een verhoging van de AOW-leeftijd tot 68 jaar meer voor de hand ligt.
Minister Donner en staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken) hebben in juni na het presenteren van hun verkenning over verhoging van de AOW-leeftijd mensen opgeroepen te reageren. In ruim twee maanden tijd kregen zij ruim 2000 reacties.
Volgens Donner vragen de meesten zich af: Waarom? „Het is een van de grootste verbeteringen van de moderne tijd; dat we in welvaart oud worden. Maar dat heeft een prijs”, schrijft hij terug.
Door de vergrijzing zijn er steeds minder werkenden om het staatspensioen te betalen. Ondertussen genieten steeds meer ouderen van de AOW.