Loof de Heere
De rechtvaardigmaking van een arme zondaar is een allerdierbaarste en troostvolle weldaad. Immers, die hier gerechtvaardigd wordt, is een zondaar die zeer zwaar tegen alle geboden van God heeft gezondigd. Hij belijdt oprecht dat hij de grootste der zondaren is en dat hij de eeuwige verdoemenis rechtvaardig heeft verdiend.Wat kan er nu dierbaarder zijn, dan dat zo’n zondaar, die is veroordeeld door de Rechter van de ganse aarde, wordt vrijgesproken, en dat Deze tot hem zegt: Gij zult niet sterven, Ik vergeef u al uw overtredingen zonder uitzondering. Dit niet alleen, Ik neem u ook aan tot Mijn kind en verklaar u tot een erfgenaam van het Koninkrijk der hemelen. Dat alles om de verdienste van Mijn Zoon, Die als Borg voor al uw zonde heeft voldaan en voor u het recht ten eeuwige leven heeft verworven. Wat moet een ziel, die over zichzelf het vonnis van de dood geveld heeft hier uitroepen: „Loof de Heere mijn ziel en vergeet geen van Zijn weldaden…” (Psalm 103). De blijdschap die hieruit wordt geboren is onuitsprekelijk.
Echter, geliefden, hoevelen zijn er die deze weldaad nog missen. O, er is zo’n groot onderscheid tussen een ware boetvaardige zondaar die zijn toevlucht tot Christus neemt, en een onboetvaardige zondaar die nog in zijn zonden blijft volharden.
Jesajas Hillenius, predikant te Drachten. (De mens beschouwd, 1752)