In ”Waar is God?” biedt de auteur in kort bestek veel waarmee jongeren hun winst kunnen doen. Het eerste hoofdstuk is een kort hoofdstuk waarin de vraag wordt gesteld of God een God is Die Zich bewijst. Terecht staat in dit hoofdstuk centraal dat de Heere Zich openbaart op de wijze die Hem behaagt. Wij kunnen geen eisen stellen aan God, als het gaat om de vraag hoe Hij Zich moet bewijzen in deze wereld.In het tweede hoofdstuk worden drie aanwijzingen voor het Godsbestaan besproken: de schepping, het besef van God en de moraal. In hoofdstuk 3 komen de Bijbel en het gezag van de Bijbel aan de orde. Wellicht was het beter geweest deze thema’s als eerste te behandelen: wij zien het bestaan van God in de schepping toch ook vooral door de Heilige Schrift. Is de Bijbel niet de bril waardoor wij het boek van de schepping moeten lezen?

Over de Bijbel, het Woord van God, worden duidelijke en mooie dingen naar voren gebracht. Het Woord van God heeft in zichzelf gezag. Dat is de heerlijkheid van het Woord van God. Om die heerlijkheid van Gods Woord te zien en God zelf te horen in Zijn Woord hebben wij het getuigenis van Gods Geest in onze harten nodig. Wij zijn immers van nature blind en doof in geestelijke zin. In dit verband gaat de auteur ook concreet in op de vraag hoe de Bijbel tot stand gekomen is en op het gegeven dat de betrouwbaarheid van de Bijbel ook uit de Bijbel zelf opkomt. Jongeren krijgen bovendien praktische aanwijzingen over het gebruiken en lezen van de Bijbel.

Het vierde hoofdstuk gaat in op het verschil tussen het christelijk geloof en de andere godsdiensten in deze wereld. Een actueel thema, omdat wij in onze samenleving ook te maken hebben met tal van andere godsdiensten. Ds. Den Ouden laat zien hoe in de Bijbel zelf de vraag naar het verschil ook gesteld en beantwoord wordt. Te midden van al de andere godsdiensten wordt de Heere beleden als de enige en waarachtige God en de Heere Jezus Christus verkondigd als de Weg, de Waarheid en het Leven. Concreet wordt ingegaan op de inhoud van andere godsdiensten, om duidelijk te maken dat zij in strijd zijn met het wezen van het christelijk geloof. Het unieke en volbrachte werk van de Heere Jezus Christus licht op als de enige weg tot de zaligheid, te midden van alle andere stemmen in deze wereld die ons ook een weg wijzen.

Een vraag die ook vaak gesteld wordt in verband met dit onderwerp is de vraag naar het lijden. Waarom laat God al het lijden toe? Dat is de titel van hoofdstuk 5. Op een pastorale wijze gaat de auteur in op vragen die bij jongeren en ouderen leven, zonder een antwoord te hebben op alle vragen. We mogen verwijzen naar de Heere Jezus Christus, Die geleden heeft en door Zijn lijden de zaligheid heeft verworven opdat de gelovigen in hun lijden uitzicht mogen hebben.

Een apart hoofdstuk wordt gewijd aan het atheïsme. Graag had ik hier wat meer handvatten gezien voor onze jongeren: hoe kunnen zij leren omgaan met de vragen die op hen afkomen? Nu eindigt het hoofdstuk vooral in het praktisch atheïsme, waarbij de schrijver vooral, als ik hem goed begrijp, het oog heeft op kerkmensen die met hun verstand wel geloven dat God er is, maar in hun leven helemaal geen rekening houden met God.

In het laatste hoofdstuk gaat de auteur in op de aanvechtingen die een mens kan hebben als het over het bestaan van God gaat. Hij laat daarbij zien wat John Bunyan, Wilhelmus à Brakel, Wilhelmus Schortinghuis geadviseerd hebben. Deze adviezen zijn ook vandaag nog waardevol.

De schrijver spreekt jongeren aan in duidelijke taal, al heb ik wel de indruk dat dit boekje geschreven is voor jongeren binnen de gemeente, die vertrouwd zijn met het Bijbelse taalgebruik. Het is mijn wens dat jongeren die dit boekje lezen, door de Heilige Geest geleid worden tot de kennis van de drie-enige God, de God van Abraham, Izak en Jakob, en niet de God van de filosofen en de geleerden (Blaise Pascal).

N.a.v. ”Waar is God?”, door ds. N. den Ouden; uitg. Den Hertog, Houten, 2009; ISBN 978 90 3312 188 3; 118 blz.; € 10,90.