Hervorming gezondheidszorg VS verhit gemoederen
Al bijna een eeuw lang beijveren Amerikaanse presidenten zich voor het opzetten van een allesomvattend stelsel voor de gezondheidszorg. Met het aantreden van Barack Obama leek die droom een stuk dichterbij. Tot de moeilijkheden begonnen.
Dat hervorming van de peperdure Amerikaanse gezondheidszorg nodig is, staat voor de meeste inwoners van de Verenigde Staten buiten kijf. Van elk 6 dollar wordt er één aan medische zorg uitgegeven. Naar schatting 47 miljoen Amerikanen zijn ook nog eens niet verzekerd tegen ziektekosten – met alle risico’s en extra kosten van dien.Het is een oud probleem. Al in 1912 beloofde Theodore Roosevelt tijdens de campagne voor de presidentsverkiezingen ziektekostenverzekering voor alle Amerikanen. Zo ver kwam het niet. Roosevelt verloor de verkiezingen van Woodrow Wilson en zijn plannen verdwenen in de ijskast.
Diverse latere presidenten, onder wie Truman, Carter, Bush sr. en Clinton, beloofden stuk voor stuk de gezondheidszorg te hervormen. Hun pogingen –al dan niet halfslachtig– liepen uiteindelijk op niets uit.
Tijdens zijn verkiezingscampagne zette ook Barack Obama in op hervorming van de gezondheidszorg, zij het dat hij zijn ambities enigszins temperde. Na zijn aantreden maakte de president ook vrijwel direct werk van zijn toezeggingen.
In mei van dit jaar sloot het Amerikaanse staatshoofd een opmerkelijke overeenkomst met de farmaceutische industrie, ziekenhuizen, artsenorganisaties en verzekeringsmaatschappijen. De deal voorzag in een besparing van maar liefst 2000 miljard dollar op de kosten van gezondheidszorg. Concreet betekent dit dat elk Amerikaans huishouden jaarlijks 2500 dollar minder aan ziektekosten kwijt is.
Gesterkt door dit succes spoorde Obama het parlement aan vaart te zetten achter de rest van de plannen. Die ‘rest’ bestaat uit meer dan 1000 pagina’s aan wetsvoorstellen. Voor het zomerreces bereikten Democraten en Republikeinen consensus over een aantal maatregelen.
Zo waren zij het erover eens dat private verzekeringsmaatschappijen verplicht moeten worden iedereen die zich voor een verzekering aanmeldt te accepteren. Alle verzekeraars moeten een basispakket aan medische voorzieningen aanbieden, ongeacht de medische geschiedenis van een verzekerde. Ook bereikten beide partijen overeenstemming over federale subsidies aan burgers met lage inkomens.
De wegen scheiden zich echter als het gaat om Obama’s voornemen om werkgevers te verplichten in de kosten van de ziektekostenverzekering van hun werknemers bij te dragen. Ook het plan om een overheidsziekenfonds in het leven te roepen, stuit op verzet. Volgens de Republikeinen zal een door de overheid gerund systeem private verzekeraars van de markt drijven en zo de keuzemogelijkheden voor de Amerikaanse burger beperken. Bovendien krijgt de overheid een veel te grote rol in de gezondheidszorg, aldus de partij, die vanoudsher voor een teugtredende overheid pleit. Ook de subsidiemogelijkheden voor abortus zijn conservatieve politici een doorn in het oog.
Sindsdien zijn er verhitte debatten gevoerd, zowel in de politiek als in de maatschappij. De prolifebeweging in de Verenigde Staten roert zich en lobbyt op alle mogelijke manieren om verzet tegen de „proabortus gezondheidszorgwet” te mobiliseren. Ook andere conservatieve belangengroeperingen mengen zich in de verbale strijd.
Geen middel wordt daarbij onbenut gelaten. Behalve demonstraties van antiabortusactivisten is ook in de media een ware propagandaoorlog ontbrand. Toen Obama zaterdag op een speciaal belegde bijeenkomst in Montana zijn hervormingsplannen verdedigde, braakten de lokale tv-zenders een stroom van spotjes uit die Amerikanen ervan moesten overtuigen dat Obama’s voornemens verkeerd zijn. In 36 uur tijd was het antispotje maar liefst 115 keer op het scherm langsgekomen.
Volgens Ed Tracey, voorzitter van Campaign Media Analysis, is deze campagne zelfs naar Amerikaanse begrippen ongehoord. „Als dit de rest van het jaar zo doorgaat, wordt dit de grootste reclamecampagne ooit die met overheidsbeleid te maken heeft.”
Overigens zitten de voorstanders van het plan ook niet stil. In advertenties en reclamespotjes wordt de Amerikaanse burger voorgehouden dat hij zich straks geen zorgen meer hoeft te maken of hij zich wel tegen ziektekosten kan verzekeren. En, wellicht nog belangrijker in deze tijd van economische crisis: de Amerikaan zal het flink in zijn portemonnee gaan merken.
Toch is Obama er lang niet gerust op dat zijn plannen het in de huidige vorm zullen halen. In de peilingen blijkt steeds minder steun voor de voorstellen. De president ging afgelopen weekend dan persoonlijk het land in om zijn plan te verdedigen.
Hij publiceerde zelfs een onder zijn eigen naam geschreven ingezonden stuk in de gezaghebbende krant The New York Times. „De afgelopen weken is de media-aandacht vooral op de luidste stemmen gericht geweest”, schrijft de president. „Wat we niet hebben gehoord zijn de stemmen van miljoenen en miljoenen Amerikanen die elke dag geluidloos worstelen met een systeem dat vaak meer voor de verzekeringsmaatschappijen oplevert dan voor henzelf.”