De ouders stapten gisteren naar de voorzieningenrechter in Zwolle, omdat zij twijfels hebben over de manier waarop Latouche met de bewonersovereenkomst omgaat. Zij hadden eerder volledige toegang tot hun zoon en inspraak in diens dagbesteding.Zorgondernemer Cordromp startte anderhalf jaar geleden met de stichting Latouche in een pand in de Eerste Ebbingestraat in Kampen. Aanleiding was de slechte verzorging die zijn eigen dochter, die ook een niet-aangeboren hersenafwijking heeft, kreeg in de instelling waar ze toentertijd woonde. De laatste tijd botert het niet meer tussen Cordromp, diens personeel en de familie van de 36-jarige man. Zijn ouders zeggen dat zij na het leveren van kritiek hun zoon niet meer konden ontmoeten wanneer zij dat wilden. Ook mochten zij alleen nog maar op zijn kamer komen en niet meer in de gemeenschappelijke ruimten.

Volgens Cordromp wordt er wel degelijk goed voor de man gezorgd, maar is hij niet de makkelijkste, vandaar dat er wat regels zijn ingesteld. Vanwege het toegenomen aantal cliënten is het ook niet meer mogelijk iedereen maar toegang tot het hele gebouw te verlenen.

In overleg buiten de zittingszaal probeerden de partijen tot elkaar te komen. Dit mislukte, er volgt nog een poging. Als het toch nodig is, doet de rechter over tweeënhalve week uitspraak.