Dramatische dag voor justitie
Gijzeling in Arnhem, zelfmoordpoging in Assen en een dodelijke steekpartij in Leeuwarden. Het was woensdag met twee doden en twee zwaargewonden een dramatische dag voor justitie. Hoe is het mogelijk dat wapens opduiken op plaatsen waar dat niet hoort?
Verslaggever Martin Gommers van dagblad De Gelderlander was woensdag ooggetuige van het gijzelingsdrama in het Paleis van Justitie in Arnhem. Gommers zat om kwart over twaalf als enige in de persloge van de Groesbeekzaal toen de gijzelnemer binnenkwam met een parketwacht, die hij onder schot hield. In de zaal zaten drie vrouwelijke rechters, een griffier en de officier van justitie. Even voor de gijzeling kwam nog een vrouwelijke tolk binnen. Er was geen publiek.
Gommers: „Hysterisch gegil, ik kijk op en zie een doodsbange parketwacht met een pistool in zijn nek.” Op het moment maken de drie rechters zich uit de voeten via een deurtje naar de achtergelegen raadkamer. Dan beseft ook Gommers dat hij beter weg kan gaan. De persloge is via een aparte uitgang te verlaten.
Het Paleis van Justitie aan de Walburgstraat in Arnhem is absoluut geen bunker. Wie er naar binnen wil, komt binnen. Melden bij een soort portier, door de draaideur en de zalen zijn voor het uitzoeken. Er is een detectiepoortje, maar dat staat vaak niet aan.
Verdachten in kleine zaken zoals bij de politierechter melden zich bij de bodes in het gebouw, zwaardere jongens komen met de ’boevenwagen’. In het cellencomplex in de kelders van het pand wachten ze op hun beurt. Als het tijd is, haalt de parketpolitie de verdachten „naar boven.”
Regelmatige bezoekers van de verschillende gerechtsgebouwen in Nederland weten dat de beveiliging nogal uiteenloopt en tijdens ’rustige’ dagen losjes van aard is. Paleizen van justitie in Amsterdam en Rotterdam kom je niet zomaar binnen, in Almelo en Zutphen is vriendelijk lachen naar de portier voldoende.
In de zalen heerst, onder het oog van Hare Majesteit, de rust die bij rechtszaken hoort. Oudere rechters tolereren geen enkele verstoring, zelfs niet het eten van een snoepje. In iedere zaal zit onder de tafel van de rechter een alarmknop. Die activeert binnen een mum van tijd een legertje parketwachters.
De juridische rust werd woensdag ernstig verstoord. Drie ernstige incidenten maakten woensdag 29 januari 2003 tot een dramatische dag voor justitie. In Arnhem gijzelt een 20-jarige Albanees een officier van justitie, in Assen probeert een verdachte die wegens ontucht tot dertig maanden cel wordt veroordeeld zijn keel door te snijden en in de Leeuwarder penitentiaire inrichting De Marwei steekt een gestoorde gevangene zijn creatief therapeute dood.
De incidenten zijn even uniek als ernstig. Een woordvoerder van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak kan zich geen eerdere gijzeling van een officier van justitie herinneren, laat staan een verwonding door schoten. En de keren dat iemand na het horen van zijn straf zijn eigen keel doorsnijdt, zijn op de vingers van één hand te tellen.
Maar hoe komen verdachten aan wapens? Waar haalde de man in Assen het scherpe voorwerp vandaan waarmee hij zijn keel probeerde door te snijden? Volgens rechtbankverslaggever Gommers zwaaide de man in Arnhem met een „klein zilverkleurig pistooltje” en had hij het zwaardere pistool -waarschijnlijk de Walther P5, het standaardwapen van de Nederlandse politie- van de parketpolitie afhandig gemaakt.
In beide gevallen betrof het gedetineerden die in voorarrest zaten in afwachting van de behandeling van hun zaak. Zij werden ’aangeleverd’ door de Dienst Justitiële Ondersteuning. Die moet verdachten ’schoon’ aanvoeren. Beide wapens, in Assen en Arnhem, zijn hoogstwaarschijnlijk vanuit de gevangenis de rechtszaal binnengesmokkeld. Dit zou betekenen dat daar de fout ligt.
De laatste jaren maken rechters en officieren van justitie zich meer en meer zorgen over de veiligheid in de zalen van Vrouwe Justitia. Probleem is dat ieder van de negentien rechtbanken en vijf gerechtshoven in Nederland zijn eigen beveiliging regelt. Het rechtbankbestuur beslist daarover.
Volgens het college van procureurs-generaal, de leiding van het openbaar ministerie, zijn de gewelddadige incidenten van gisteren „ongetwijfeld aanleiding voor een nieuwe discussie over de beveiliging van paleizen van justitie en andere justitiële gebouwen.” In de jaren negentig is de beveiliging van gerechtsgebouwen reeds flink opgeschroefd. Voor strafzaken met een verhoogd veiligheidsrisico zijn in Amsterdam en Rotterdam extra beveiligde rechtszalen ingericht.
Het college constateert dat „verdachten er steeds minder voor terugdeinzen om vertegenwoordigers van het Nederlandse strafrechtssysteem verbaal of fysiek persoonlijk aan te vallen.” Onlangs ging een verdachte in de Clickfonds-zaak de behandelend officier te lijf. De verdachte van de vuurwerkramp in Enschede ging bij het horen van zijn straf door het lint. Dergelijke voorvallen zijn volgens het college „niet te tolereren in een rechtsstaat waar de handhaving van de rechtsorde is opgedragen aan speciaal daartoe aangestelde functionarissen.”