Een politiewoordvoerder wilde donderdag niet zeggen hoe de politie de aanslagen heeft verijdeld en om wie het ging. De zegsman heeft geen beeld van het aantal liquidaties in de jaren ervoor.

Vorige week werd in Amstelveen op klaarlichte dag de 45-jarige Cor van Hout doodgeschoten. Van Hout was het brein achter de ontvoering van bierbrouwer Heineken in 1983 en diens chauffeur A. Doderer. Van Hout, die twee eerdere aanslagen overleefde, wordt vrijdag in Amsterdam begraven.

De politie houdt zich vrijdag afzijdig van de uitvaart. In 2000 ontstond ophef omdat agenten de rouwstoet van de eveneens geliquideerde Sam Klepper begeleidden om verkeersopstoppingen te voorkomen. Volgens de woordvoerder wekte dat een verkeerd beeld.

De Amsterdamse hoofdcommissaris J. Kuiper vindt politiebegeleiding niet horen bij een dergelijke begrafenis. De manier waarop Van Hout wordt begraven, vindt hij misplaatst. Een zwarte lijkkoets met zes paarden zal het lichaam door de stad rijden.

In de Volkskrant van donderdag noemt hij de rijtoer door de stad een „provocatie door de onderwereld”, brutaal en volstrekt misplaatst. „Als je weet waarvoor hij verantwoordelijk is geweest, hoort het niet”, meent de korpschef. „Wie iemand als Van Hout zo naar zijn laatste rustplaats brengt, heeft geen enkel respect voor de maatschappij.”

Kuiper oordeelt verder dat criminelen met een schietpartij zoals die op Van Hout willen uitstralen dat ze onaantastbaar zijn. „Afrekeningen in het criminele milieu zijn er altijd geweest. Dan werd iemand in het IJ gegooid of in een ton gedumpt. Door nu zo openlijk op straat te schieten met de kans op onschuldige slachtoffers, komt het in een ander licht te staan. Het schoffeert de rechtsstaat”, aldus de hoofdcommissaris. Volgens hem zijn deze liquidaties onaanvaardbaar en zal de politie alles op alles zetten om die te voorkomen.