Buitenland

De tweede landing

De eerste heette Overlord. En de tweede? Twee maanden na de landing in Normandië begonnen de geallieerden een tweede offensief, ditmaal in het zuiden van Frankrijk, in de Provence. Het lijkt een kopie van de eerste operatie, met een overweldigend militair succes als resultaat. Dezer dagen staat Frankrijk stil bij Operatie Dragoon, die begon op 15 augustus 1944, vandaag precies 65 jaar geleden.

Mark Heijster
14 August 2009 18:54Gewijzigd op 14 November 2020 08:27
Op 15 augustus 1944 landden de geallieerden met overweldigend militair vertoon op de kust van de Franse Provence. Foto Musée de la Libération
Op 15 augustus 1944 landden de geallieerden met overweldigend militair vertoon op de kust van de Franse Provence. Foto Musée de la Libération

Tegen halfacht komt de zon boven de dennen uit. Vanuit de struiken achter het kiezelstrand van Dramont verschijnt een groep gemeentewerkers, gehuld in gele korte broeken. Het ritueel is iedere dag hetzelfde. De keien die door kinderen op het zand zijn gesleept, worden stuk voor stuk teruggegooid richting zee. Daarna verschijnt er een tractor op het toneel. Binnen een kwartier is het strand geëgaliseerd. Enkele slaperige backpackers staren suf naar de stofwolken. Het duurt even en dan is het fenomenale uitzicht hersteld.Het rotseilandje vlak voor de kust met daarop een negentiende-eeuws torentje maakt deze romantische plek al sinds de vorige eeuw tot een geliefd vakantieoord. Afgaand op de nummerborden wordt de nabijgelegen camping bevolkt door toeristen uit heel Europa. De schaduw onder de dennen en directe toegang tot de zee worden geroemd. Als je geluk hebt, staat je caravan niet aan de kant van de drukke weg, maar rol je door de wirwar van waslijnen en koepeltenten zo het water in. Kinderen met emmertjes vissen tussen de rotsen naar krabbetjes. Pa en ma lezen en strompelen beurtelings onhandig over de gloeiende keien naar het water. Een ideale familiecamping dus.

Op zwart-witfoto’s uit 1944 is te zien hoe de ene na de andere jeep het strand bij Dramont oprijdt. De Duitse kustverdediging was hier bij lange na niet optimaal. Van de drie geplande batterijen op de heuvel achter het strand zijn er maar twee afgemaakt. Er ligt nog altijd een stapel hard geworden zakken cement. De kanonnen zijn nooit aangekomen. Omdat de Duitsers het strand gebruikten voor de afvoer van stenen uit een nabijgelegen groeve, lagen er geen mijnen in zee. Als de mannen van de 36e infanteriedivisie tegen achten hier het strand opstormen, wordt er nauwelijks geschoten.

Landingsboot

Niet ver van de ingang van de camping ligt een grijze landingsboot verankerd in de keien. Het monument maakt deel uit van een groot herdenkingsterrein. Op donderdagochtend parkeren er drie witte Peugeotjes. Kwieke mannen in witte broeken nemen het draaiboek door. Wie komt waar te staan? Misschien komt zelfs de president even over vanuit Cap Nègre. Wie reikt anders die hoogste medailles uit? „Dit ding vergt veel onderhoud”, zegt marineofficier Philippe Quintanel. „Het hout rot, dat zie je aan de onderkant.” Hij kijkt door de zwarte klep naar binnen, mompelt wat over de moed van de soldaten en voegt zich weer bij de andere witte broeken.

Van veraf ziet de boot er weliswaar nieuw uit, van dichtbij valt op hoe slordig is omgegaan met het historische materiaal. Het sjabloon voor de S in de code US 282 is omgedraaid. Grapje? In ieder geval staat er nu UZ 282. Even bellen met het museum in Le Muy. „Wat? Dat meent u niet.”

De landing op het strand bij Dramont valt onder de sector Camel, het strand is omgedoopt in Green Beach. Ook ten oosten en ten westen van Dramont zetten Amerikanen voet aan wal. William Story is een van hen. „Ik was niet de jongste en veel ervaring had ik ook niet”, zegt hij. „Gelukkig had de First Special Task Force waar ik deel van uitmaakte dat wel.”

„Die ochtend zat er een correspondent van de Canadese legerkrant Maple Leaf in de rubberboot. Wilde mee voor een verhaal. Met zijn typemachine. Ik herinner me dat we van het ene op het andere moment onder vuur kwamen te liggen. Ik hoorde geschreeuw en draaide me om naar die Canadees en riep: Nou heb je een kans voor een goed verhaal! Maar geen geluid. Hij was het water weer in gedoken. Later heeft hij er toch nog een verhaal over geschreven.”

Net als in Normandië is landinwaarts de operatie dan al enkele uren aan de gang. „Op de dertiende voelde ik dat er iets te gebeuren stond”, vertelt de 85-jarige Maurice Leycuras. Met een twintigtal anderen hoorde hij bij het verzet van La Motte. Die dag wilde hij in de rivier de Argens gaan zwemmen toen een Duitse soldaat naar hem toekwam. Leycuras: „Hij kwam uit Polen. Of ik een fles wijn had. Die hebben we samen opgedronken. Die jongen had er geen zin meer in.” Leycuras kan er nog steeds om grinniken.

Jong

Het verhaal staat niet op zichzelf. Het is bekend dat de Duitsers hier niet hun sterkste bataljons hadden. Voor de legerleiding was vooral de opleiding, de vorming van de soldaten belangrijk. Ze konden hier wennen aan het geluid van bombardementen en de gewapende acties van het Franse verzet. Maar hoe oud waren ze eigenlijk?

Jean-Loup Gassend is arts in opleiding. Hij doet onderzoek naar de massagraven waarin de gevallen soldaten na de gevechten terechtkwamen. Met hulp van getuigen vindt hij in 2006 een graf waarin veertien soldaten liggen. „Hun tanden zagen er perfect uit. Ik schat dat ze jonger dan 18 waren. Ze kwamen voornamelijk uit Silezië, Pools gebied dat door de Duitsers in 1939 was geannexeerd. De Polen die er woonden moesten gewoon hun dienstplicht vervullen in het Duitse leger. Ze spraken vaak niet eens Duits. Zodra ze konden, gaven ze zich over.”

Dat gold niet voor Karl Cyron. „In ons bataljon waren de meesten van 1926, inderdaad jong”, zegt Cyron. „Maar u moet begrijpen: het was een andere tijd. Kinderen van tien, twaalf jaar waren destijds helemaal vol van Hitler. Dat is later wel veranderd, maar toen was het nu eenmaal zo.”

„In februari 1944 ben ik vrijwillig in dienst gegaan en in maart vertrok ik voor mijn opleiding naar Frankrijk. De dag van de invasie herinner ik me nog goed. De lichtkogels. Het alarm. Amerikanen of Britten zag je niet. Zeker tachtig tot honderd van mijn kameraden heb ik in die tijd begraven.”

Armbanden

„In de vroege ochtend van de vijftiende werd ik uit mijn bed geschreeuwd door een makker van me”, vertelt Maurice Leycuras. „Mijn zus en mijn moeder hebben de nacht doorgewerkt om armbanden te naaien met daarop het kruis van Lotharingen zodat we herkenbaar waren voor de Amerikanen en de Britten.” Hij voegt er cynisch aan toe: „Maar echt nodig was dat niet. De volgende dag stond opeens iedereen achter De Gaulle en het verzet.”

Om drie uur ’s morgens is La Motte het eerste dorpje in de Provence dat door paratroopers wordt bevrijd. Ze markeren de drie droppingzones waar in totaal 5000 parachutisten zullen landen. Een van de eerste missies is het afsnijden van de weg naar het Duitse hoofdkwartier in Draguignan. Voorkomen moet worden dat Duitse versterkingen naar de kust worden gedirigeerd. Met hulp van het verzet, dat verschillende telefoonlijnen doorknipt, wordt de coördinatie van de bezetter al vroeg verstoord.

In het gehucht Le Mitan is in de vroege ochtend het hoofdkwartier van de Amerikaanse generaal Robert Frederick gevestigd. In de loop van de dag wordt er het steeds drukker. Amerikaanse en Britse gliders landen in de wijngaarden. De ranken blijken hoger te zijn dan de foto’s die het jaar daarvoor in de lente gemaakt waren. Sommigen vliegen over de kop, anderen kunnen maar met moeite een plek vinden. Zeker 25 gliderpiloten verongelukken. Meer dan 400 toestellen liggen aan het einde van de dag verspreid in directe omgeving. Terwijl aan de voorkant van het hoofdkwartier de gewonden worden verzorgd, doet het kippenhok aan de achterkant dienst als tijdelijk onderkomen voor gevangen genomen Duitsers.

Janine Cavallo (64) loopt met haar twee kleinkinderen door het museum in Le Muy als ze haar neef tegenkomt. „Mijn ouders waren in 1942 vanuit Toulon hiernaartoe gevlucht. De ochtend van de vijftiende werden ze gewekt door het geronk van laag overvliegende toestellen. Mijn moeder wilde niet alleen zijn met de kinderen.”

Buiten was het een grote chaos. Overal hing rook en opeens viel er vlak voor haar voeten een grote kist aan een parachute. Ze zijn snel weer naar binnen gegaan. De eerste Amerikanen ziet ze vrij snel daarna. Ze wilden hun rantsoenen ruilen voor tomaten en uien. „Tomaten en uien”, herhaalt ze met een glimlach.

Op de avond van de vijftiende zijn ten oosten en ten westen van Fréjus twee bruggenhoofden gerealiseerd. Bijna 94.000 geallieerde soldaten trekken landinwaarts. Het aantal voertuigen dat aan land wordt gebracht, ligt op de eerste dag rond de 11.000. De Duitsers worden gedwongen zich terug te trekken.

Vermist

Karl Cyron herinnert zich nog het vele reizen nadat de geallieerde invasie van Zuid-Frankrijk was begonnen. „We zijn eerst met een bus afgevoerd, richting Nice. Die werd door het verzet gesaboteerd, zodat we moesten lopen. Vervolgens ging de hele troep naar San Remo.”

De verschillende data staan in zijn geheugen gegrift. „Bij Cannes ben ik nog gewond geraakt en uiteindelijk heb ik in december in Polen nog aan het oostfront gevochten. In 1974 heb ik tijdens een vakantie in Italië een omweg gemaakt door Frankrijk, maar de boerderij waar ik destijds ingekwartierd was, stond er niet meer.”

Op de Amerikaanse begraafplaats in Draguignan rusten de lichamen van 800 militairen die bij de operatie zijn omgekomen. Iets meer dan 250 Britten liggen op een begraafplaats bij Marseille. Duitsers die in de Provence zijn gesneuveld, worden bijgezet op de militaire begraafplaats in Berneuil, in het zuidwesten van Frankrijk. Zo’n 7000 Duitse soldaten worden nog altijd vermist.

Andreas is vanmorgen met de motor in Dramont aangekomen. Ze hebben hem met zijn tentje aan de wegkant gezet. Morgen hoopt hij op een beter plekje als er iemand weggaat. Hij heeft een Brits accent. Woont al jaren in Engeland. Doet zelfs politiewerk, vrijwillig. „Ik word hier nog vaak met de oorlog geconfronteerd, hoewel ik er niks mee te maken heb. Ben geboren in 1960. Thuis zijn het de Engelse, hier de Franse jongeren die me uitschelden. Ik zie het somber in als ik zoiets meemaak. We zijn nog ver verwijderd van een verenigd Europa, denk ik wel eens.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer