„We moeten zuinig zijn op onze Polen”
De meeste Polen die in Nederland werken, hebben een middelbare of hogere opleiding. Bijna een op de drie werkt onder zijn of haar niveau. Ruim de helft kan zich prima redden in het Nederlands of Engels.
Van de Polen in Nederland heeft 44 procent dagelijks en 20 procent wekelijks contact met de buren. Twee derde wil na verloop van tijd terug naar Polen.Dat blijkt uit een onderzoek dat TNS NIPO heeft verricht in opdracht van PoPolsku, een Poolse krant in Nederland, in samenwerking met onder andere uitzendkoepel ABU. Aan het onderzoek hebben ruim 400 Polen meegewerkt, die in of na 2000 naar Nederland zijn gekomen.
Het beeld dat uit het onderzoek naar voren komt, klopt niet met het beeld dat veel Nederlanders hebben over de Polen hier, meent Rik Smit, uitgever en mede-eigenaar van PoPolsku. „Zij denken dat het doorgaans ongeschoolde mannen zijn, die weinig tot geen band voelen met Nederland, alleen Pools of hooguit een paar woorden Duits spreken.”
Polen zijn ook geen goedkope arbeidskrachten, zegt Jurriën Koops, adjunct-directeur van uitzendkoepel ABU. „Zij behoren volgens de cao te worden betaald.” De meeste Polen zijn tevreden over de arbeidsomstandigheden en de huisvesting in Nederland, blijkt uit het onderzoek.
Wat Koops wel zorgen baart, is dat 30 procent van de Polen „op de bonnefooi” naar Nederland komt. „Zij komen op goed geluk, in de overtuiging dat zij wel een baan en een bed vinden.” Die groeiende groep valt relatief vaak in handen van malafide uitzendbureaus en huisjesmelkers, waarschuwt Koops. Een op de drie Polen weet weinig over werk en regelgeving in Nederland. Ook dat kan hen tot slachtoffer maken van malafide bureaus.
„We moeten zuinig zijn op onze Polen,” meent hij. „Zij zijn en blijven onmisbaar, zelfs in deze crisistijd. Zij doen het werk waar Nederlanders hun neus voor ophalen.” In Duitsland hebben Polen nu nog een werkvergunning nodig. Ook wanneer dat niet meer zo is, hoopt Koops hij dat zij „blijven doorrijden” naar Nederland.