Oud scheepswrak mogelijk Nederlandse fluit
LELYSTAD (ANP) – In de Oostzee voor de Zweedse kust is een wrak gevonden van vermoedelijk een zeventiende–eeuws Nederlands schip. Het ligt op 43 meter diepte in de archipel van Stockholm. Dat bevestigde Benno van Tilburg, hoofd van de afdeling maritieme archeologie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Lelystad, dinsdag naar aanleiding van een bericht in NRC Handelsblad.
Het schip is in zeer goede staat. Dat is te zien op een filmpje op YouTube. Boven het roer staat een beeldhouwwerk van een leeuw. Reden voor de vinders om het schip het Leeuwenwrak (Lion Wreck) te noemen.Het schip is in mei gevonden door de drie Zweedse duikers die eigenlijk zochten naar een scheepswrak uit de jaren veertig. Van Tilburg werd eerder deze week van de vondst op de hoogte gesteld door zijn Zweedse collega Johan Rönnby. Rönnby en zijn team zijn van plan eind augustus naar het wrak te duiken. Mogelijk komt dan definitief vast te staan dat het inderdaad een Nederlandse fluit is uit de zeventiende eeuw. Dit type schip, met een lengte van 25 tot 30 meter, werd in de zestiende en zeventiende eeuw onder meer gebruikt voor de Oostzeehandel.
Het Leeuwenwrak toont sterke gelijkenis met het zogenoemde Spookwrak dat in 2007 op de bodem van de Oostzee werd gevonden, eveneens in bijna ongeschonden staat. Ook hier gaat het waarschijnlijk om een Nederlandse fluit. Volgens Van Tilburg staat dit inmiddels voor 90 procent vast. Hij verwacht dat het nog wel twee jaar duurt voordat het absoluut zeker is. Het onderzoek wordt bemoeilijkt doordat het Spookwrak op 130 meter diepte ligt.
Van Tilburg zou graag zien dat een van beide schepen uiteindelijk wordt gelicht en naar Nederland overgebracht om het tentoon te stellen in Lelystad. De fluit is volgens hem het boegbeeld van de Nederlandse handel op de Oostzee. Per jaar voeren er drieduizend schepen tussen Nederland en het Baltische gebied, met onder andere ijzer, graan en hout als lading. De Oostzeehandel was veel omvangrijker dan de handel tussen Nederland en Oost–Indië. Op die route voeren per jaar enkele tientallen schepen.
„Nederland is in de zeventiende eeuw rijk geworden door de Oostzeehandel. Met het geld dat daarmee is verdiend, is in feite de VOC gefinancierd", aldus Van Tilburg. Het machtige Nederlandse handelsbedrijf De Vereenigde Oost–Indische Compagnie onderhield in de zeventiende en achttiende eeuw de handel tussen Europa en Azië.