Maar er is nóg een Man van gezag. Zijn woorden lezen we onder andere in Joh. 5:39. Woorden van de Heere Jezus Christus!| Als je de uitkomst van de studie van Van der Toorn in je opneemt, zou je geneigd zijn de Schriften niet als Gods Woord te erkennen. Eigenlijk kan ik het niet goed begrijpen dat de redactie van onze krant zo’n groot artikel wijdde aan de gedachtegang van de auteur.Wat is artikel 5 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis een zeer belangrijke verwoording, kort maar krachtig.

Het is mij uit het hart gegrepen wat ik las in een preek van John Charles Ryle, kortgeleden uitgegeven door Stichting De Tabernakel: „Velen van hen zijn ongeletterd, verachtelijk en arm. Maar ze houden zich aan iets, aan de Bijbel vast en dit geeft hun hoop. Hoop die niet beschaamd maakt, is niet los van Gods Woord verkrijgbaar.

De mensen verwonderen zich er soms over dat hun predikanten zo sterk aandringen op het lezen van de Bijbel… Stop maar met verwonderen en verbaas u niet meer. Ons doel is u vertrouwd te maken met Gods Woord. Wij willen dat u een goede hoop hebt. En we weten dat een goede hoop voortkomt uit de Schriften. Zonder lezen of horen leeft en sterft u in onkunde. Daarom roepen wij u toe: Onderzoekt de Schriften.”

Sjouke Procee
Daniël Bosmastraat 14
9271 BJ Zwaagwesteinde

Denkend aan de berichtgeving (RD 1-8) over een toen nog te verwachten EO-programma alsook naar aanleiding van eerdere programma’s acht ik het een weldaad dat ik mij zelfs niet behoef te vermoeien met het omdraaien of indrukken van een knop.

Omdat het mij overduidelijk is dat voor heel velen ”geen tv” een onwezenlijk fenomeen is, is het de EO aan te bevelen kennis te nemen, en overeenkomstig te handelen, van de beroemde slotzin in ”Fractatus logica-philosoficus” van de Oostenrijkse filosoof Ludwig Wittgenstein (1889-1951): „Waarover men niet spreken kan, daarover moet men zwijgen.”

Prof. dr. ir. M. Looijen
Dijkveld 16
3421 CE Oudewater

In een verslag in RD 6-8 was te lezen: „Saulus’ bekering is ons tot een voorbeeld gegeven.”

Mijn reactie betreft niet de prediking, maar de exegese van 1 Tim. 1:16. Hier staat niets te lezen over de wijze waarop Paulus tot bekering is gekomen. Hier gaat het over de barmhartigheid van God, waardoor Paulus genade heeft ontvangen om te geloven.

En het voorbeeld heeft typisch joodse trekken, namelijk een vergelijking van het grotere naar het kleinere. Paulus, de grootste der zondaren, heeft barmhartigheid ontvangen, en daarom is er voor anderen ook verwachting. De vertalers tekenen erbij aan: „Of, voorbeeld; namelijk dat niemand, hoe groot zondaar hij ook zij, behoeft te mistrouwen de genade Gods, zo hij maar tot Christus door het geloof zijne toevlucht neemt.”

De weg die de Heere met een mens gaat, is de weg van Christus. Daar is het voorbeeld van de bekering te vinden. Dat zegt de Schrift op allerlei manier: wij moeten met Christus sterven en met Hem opgewekt worden tot een nieuw leven. En Gods weg met zondaren is zo divers en veelkleurig dat we ons ervoor moeten hoeden Hem de weg die Hij met Zijn kind Paulus ging voor te schrijven als de enige weg.

Deze wijze van spreken heeft al zo veel mensen in benauwdheid gebracht en nog veel meer mensen in dodelijke rust doen leven, omdat ze meenden dat God je een Paulusbekering moet geven.

Wat is er een massa mensen die zeggen te wachten op het licht van de hemel (zoals Paulus dat zag!); en als God het hun niet laat zien, dan kun je er immers niets aan doen? Maar Paulus zegt nadrukkelijk dat de Heere Jezus aan hem verschenen is als aan een ontijdig geborene, opdat hij zou behoren tot de apostelschaar.

Deze verschijning is nooit meer iemand sinds die dag te beurt gevallen. Dat behoeft ook niet, zie wat de apostel zegt in vers 15 van ditzelfde Bijbelhoofdstuk.

Ds. J. Geene
J. Bergmanstraat 3
2221 BM Katwijk aan Zee