Elke dag een andere Bijbeltekst
De Protestantse Kerk in Nederland adviseerde vorige week bij de viering van het heilig avondmaal kleine bekertjes te gebruiken om besmetting met de Mexicaanse griep te voorkomen. De Evangelische Broedergemeente stapte honderd jaar geleden al over omdat Surinaamse leden het maar onhygiënisch vonden om allemaal uit één avondmaalsbeker te drinken.
In een klaslokaal van de voormalige meisjesschool van de evangelische broedergemeente in Zeist loopt de tentoonstelling ”Erfgoed van de Broedergemeente. Van Hus tot heden”. Er zijn Bijbels en gezangboeken, een plaat met Moravische muziek, een kanten doopjurkje met muts – allemaal voorwerpen die iets vertellen over de gebruiken van de Evangelische Broedergemeente, ofwel de hernhutters.Gehoorzaamheid
De wortels van de Broedergemeente liggen in de vijftiende eeuw, tientallen jaren vóór het optreden van Luther en Calvijn. Onder leiding van Johannes Hus ontstaat in Bohemen en Moravië –het huidige Tsjechië en Slowakije– een hervormingsbeweging die misstanden in de katholieke kerk aan de kaak stelt. Vanwege zijn kritiek komt Hus in 1415 op de brandstapel terecht.
Zijn geestverwanten wijken uit naar het Boheemse dorp Kunwald, waar ze in 1457 de Unitas Fratrum (Broedergemeente) oprichten. De gemeente wil leven in absolute gehoorzaamheid aan de wet van Christus.
De Broedergemeente hecht veel belang aan onderwijs aan kinderen. Een belangrijke inspirator is Jan Amos Comenius, die in 1592 in Moravië ter wereld komt. Na zijn studie theologie en filosofie wordt hij leraar en predikant van de Broedergemeente.
Comenius moet vluchten als de rooms-katholieke Habsburgers in 1620 Moravië veroveren. Na een lange zwerftocht komt hij in Amsterdam terecht, waar hij zich in alle rust aan zijn theologisch, filosofisch en pedagogisch werk wijdt.
In Nederland is Comenius vooral bekend geworden als pedagoog en uitvinder van het aanschouwelijk onderwijs. In de jaren veertig van de zeventiende eeuw verschijnt zijn meesterwerk: ”Orbis Sensualium Pictus” – de zichtbare wereld in plaatjes. Hij is zijn tijd ver vooruit.
Avondmaal
Ook graaf Nikolaus von Zinzendorf (1700-1760) staat in de galerij der groten. Op zijn landgoed Herrnhut (Onder de hoede van de Heere) bij Dresden geeft hij in 1722 ruimte aan een ‘nieuwe’ broedergemeenschap, die in evangelische eenvoud, vroomheid en oprechtheid wil leven: de hernhutters.
Zinzendorf geeft zijn gemeente elke dag een Bijbeltekst mee. Sinds 1731 worden ze jaarlijks gedrukt en verspreid. „Het besef dat overal op dezelfde dag dezelfde tekst in meer dan vijftig verschillende talen wordt gelezen, draagt bij aan een gevoel van verbondenheid.” In een vitrine ligt het nieuwste boekje met dagteksten – jaargang 279.
De hernhutters vieren het heilig avondmaal in de lijn van Johannes Hus: Christus is tijdens de maaltijd aanwezig zoals de ziel in het lichaam is. Aanvankelijk houden de hernhutters het avondmaal op het Bijbelse tijdstip, tegen middenacht. Later vieren ze het op zaterdagavond, aansluitend op de preekdienst. Dan kan de nieuwe week beginnen. Zondags is er een zangdienst. De liederen worden aan elkaar geregen als een gezongen preek.
De hernhutters kleden zich eenvoudig. Tot de jaren zestig van de vorige eeuw dragen vrouwen een klein wit kapje op hun hoofd, een haube. Aan de kleur van het haubelint is te zien tot welke groep de draagster in de gemeente hoort: roze voor jonge meisjes en ongetrouwde vrouwen, lichtblauw voor gehuwden en wit voor weduwen.
Voorgangers dragen gewoonlijk een zwart pak met een witte das, net als sommige gereformeerde predikanten. Bij speciale gelegenheden, zoals doop en heilig avondmaal, is er een witte toga.
Eskimo
Zending staat hoog in het vaandel. In 1731 ontmoet Zinzendorf in Denemarken een bekeerde negerslaaf en twee christelijke eskimo’s. Hij raakt geïnspireerd door hun verhalen en een jaar later vertrekken de eerste broeders naar het Caraïbisch gebied om daar het Evangelie te verkondigen. „De wereld is mijn parochie”, is het credo van Zinzendorf.
Vanuit Herrnhut ontstaat in de achttiende eeuw een wereldomvattend netwerk van zendingsposten en nederzettingen. In 1760, het jaar van Zinzendorfs dood, zijn enkele honderden zendelingen actief.
De nederzettingen die tussen 1722 en 1824 worden gesticht, lijken allemaal op elkaar. Witte huisjes, een klein torentje op het dak van de kerk. Van Lapland tot Tibet en van Jamaica tot Zuid-Afrika – overal moeten de hernhutters zich thuis kunnen voelen. Inmiddels telt de Evangelische Broedergemeente wereldwijd ruim 1 miljoen leden, van wie het meerendeel in Afrika woont.
Unesco
De hernhutters komen in 1728 ook naar Nederland. In 1746 kopen ze Slot Zeist en laten in de jaren daarna twee carrévormige pleinen aanleggen, met daaraan een groot gebouwencomplex. Aan het Broederplein komt een school voor jongens, aan het Zusterplein voor meisjes.
Als het aan de gemeente Zeist ligt, komen de gebouwen van de Evangelische Broedergemeente op de Werelderfgoedlijst van Unesco te staan. De grote vraag is of de VN-organisatie ook iets in het religieus erfgoed van de hernhutters ziet.
De tentoonstelling ”Erfgoed van de Broedergemeente; van Hus tot heden” is tot 19 september te zien in Het Hernhutterhuis, Zusterplein 20 in Zeist. Openingstijden: woensdag en zaterdag van 13.00 tot 16.00 uur.