Oneerlijke melkprijs knijpt boer uit
Met de huidige melkprijs houdt geen boer het nog vol, waarschuwen Anton, Harmen en Bastian Treur. Alleen als Europa de grenzen sluit voor melk vanbuiten en de consument meer wil betalen voor een pak melk, kunnen we blijven genieten van Hollandse kwaliteitsmelk.
Gefeliciteerd! Het is bijna zover: geen mestluchtjes meer in Nederland. Geen loeiende koeien die de stilte van een zwoele zomeravond doorbreken. Geen tractors meer die al vanaf ’s ochtends vroeg met hun brede machines het verkeer ophouden. Binnenkort is Nederland volkomen boer- en koevrij. Melk halen we, al dan niet in poedervorm, net als olie en sinaasappels uit het buitenland, waar het immers allemaal goedkoper kan.Wat zegt u? Drinkt u liever Hollandse melk? Waren we oorspronkelijk toch een zuivelnatie? Wilt u niet voor eerste levensbehoeften afhankelijk zijn van het buitenland? Klinkt daar gemompel over ongewenste leegloop van het platteland? Bent u bang voor een grijs bedrijventerrein in uw achtertuin?
Tja. De boeren willen wel blijven. Alle productievoorwaarden, het klimaat, de bodem, de infrastructuur, zijn in Nederland voor een boer optimaal. Bovendien is de landbouwkundige kennis hier bijzonder hoog. Bijna elke Nederlandse boer heeft een agrarische opleiding op minimaal mbo-niveau. Zijn veestapel is genetisch hoogwaardig. Maar wanneer boeren nog langer geld moeten bijleggen om hun melk te kunnen leveren, zullen ze hun koeien moeten verkopen.
Bij Albert Heijn kost een literpak melk 68 eurocent. Sinds een halfjaar krijgen de Nederlandse boeren daar nog maar ongeveer 21 cent van. In 2008 was dat nog 35 cent. De boeren leggen er tegenwoordig geld op toe om hun melk te mogen leveren. Het is het gevolg van de steeds verder doorgevoerde liberalisering van de markt.
De wereldmarktprijs is een ramp voor boeren. Een boer moet altijd melken, hij is niet in staat om bij een lage prijs de lopende band een standje lager te zetten. Sterker nog, een boer fokt vee dat pas over twee jaar zal kunnen produceren. Inspelen op scherpe prijsdalingen is daardoor onmogelijk.
Eigen quotum
In de jaren tachtig speelde een soortgelijk probleem. De oplossing was even simpel als geniaal. Van elke boer werd vastgesteld hoeveel melk er was geleverd in referentiejaar 1983. Daarnaast werd berekend hoe groot de vraag naar melk was. Het aantal kilo’s melk dat verwerkt kon worden, werd op grond van de gegevens uit 1983 verdeeld over het aantal boeren. Elke boer kon zijn quotum vol melken. Hij leverde zijn melk tegen een redelijke prijs aan de zuivelfabriek.
In het gezamenlijke Europese landbouwbeleid is er vooruitlopend op een WTO-akkoord voor gekozen om het melkquotum af te schaffen, zodat er ook voor de wereldmarkt geproduceerd kan worden. Het doel is de melkproductie te verplaatsen naar die delen in de wereld waar produceren het goedkoopst is. Het afschaffen van het quotum gaat gefaseerd, tot het in 2015 geheel wordt losgelaten.
Inmiddels wordt er, door de verruiming van het quotum, meer gemolken dan er plaatselijk kan worden geconsumeerd. Het teveel komt in de vorm van bijvoorbeeld melkpoeder op de wereldmarkt terecht. Vorig jaar leek dat goed uit te pakken als gevolg van de toenemende vraag naar melkproducten in Azië. Inmiddels is de vraag naar melk (door de economische crisis) sterk gedaald en is de melkprijs historisch laag.
De liberalisering is een ramp voor melkveehouders. De prognoses zijn, ook voor de lange termijn, niet gunstig. Boeren die veel investeringen hebben gedaan, zitten nu met gigantische hypotheeklasten.
De Europese Commissie had beloofd de problemen te onderzoeken. Op 22 juli maakte de Commissie bekend dat de liberalisering desondanks door moet gaan, een uitkomst die al vaststond voordat met het onderzoek was begonnen.
Verder is gekozen voor een aantal tijdelijke subsidies, waaronder een voor stoppende boeren. Daarnaast kunnen lidstaten hun boeren enigszins tegemoetkomen met een kleine compensatie: niet meer dan een druppel op een gloeiende plaat. Een boer wil geen subsidie. Een boer wil een eerlijke melkprijs.
Voor 21 cent per kilo melk kan, ondanks de subsidie, geen boer blijven melken. Volgens onderzoek van het Landbouw Economisch Instituut (LEI) bedraagt de kostprijs 45 eurocent per kilo. In die prijs zit een minimale vergoeding voor arbeid. De prognose is dat het aantal Nederlandse melkveehouders minstens zal halveren.
Omscholen
Zo werkt de markt, kun je zeggen. Er wordt nu eenmaal te veel geproduceerd, en dus moeten de boeren die het niet meer kunnen rooien zich maar laten omscholen. Landbouweconomen zien alleen nog kansen voor boeren die aan schaalvergroting doen.
Maar zijn megastallen wel de oplossing? Dat betekent een nog grotere productie en dan werken de boeren er zelf aan mee dat de prijs nog weer lager wordt. De kans dat koeien nog eens een wei zullen zien, is dan nihil, de kans op uitbraak van ziekten groot. Bovendien neemt door een stijgend aantal koeien ook de vraag naar krachtvoer toe. Voor krachtvoer moet soja worden verbouwd. Voor het verbouwen van soja worden bossen gekapt.
Een dier- en milieuvriendelijker oplossing is echter mogelijk. Zo heel veel melk wordt er namelijk niet overgeproduceerd. Eén procent overschot geeft al een enorme druk op de prijs. In principe zou de Europese markt zichzelf van melk kunnen voorzien zonder dat er hoeft te worden geproduceerd voor de wereldmarkt. De export naar niet-EU-landen bedraagt slechts 5 tot 10 procent van de totale Europese productie. WTO-afspraken laten het toe om eisen en importheffing in te stellen voor melkproducten, wanneer er geen export plaatsvindt.
Wanneer Europa zichzelf van melk voorziet en de grenzen sluit voor aanvoer vanbuiten, zoals bijvoorbeeld een groot land als Canada dat ook doet, kunnen de boeren een goede melkprijs krijgen en wordt er niet overgeproduceerd. Het is zaak om dan iedere boer iets minder quotum te geven.
De grenzen sluiten voor melk van buiten Europa. Is dat niet oneerlijk tegenover de derdewereldlanden? Nee. Derdewereldlanden exporteren ook nu geen melk naar Europa, dus aan hun afzetgebied wordt niet getornd. Alleen Amerika en Nieuw-Zeeland profiteren van onze open grenzen.
Supermarkten profiteren momenteel gigantisch van de lage wereldmarktprijs waartegen zij de melk inkopen. De consument merkt niets van de lage melkprijs, hij betaalt evenveel als vorig jaar. Is het rechtvaardig dat de supermarkten winst maken over de rug van de boeren?
Als FrieslandCampina zegt dat het een hogere prijs wil voor Nederlandse melk, antwoordt Albert Heijn dat het zijn melk wel uit het buitenland haalt. Gelukkig stelt de Europese Commissie nu ook voor om „eens te kijken” naar machtsmisbruik van supermarkten. Laten we hopen dat het dan niet bij een boete blijft.
Maar ook de Nederlandse consument moet nadenken over de vraag welke prijs hij wil betalen voor Nederlandse zuivel: 68 cent voor een liter, bij de ALDI zelfs 39 cent, is wel erg weinig. Een fles water kost inmiddels meer. De vraag is of consumenten 10, 20 of 30 cent meer willen betalen.
Prijsstijgingen zien we bij alle producten, behalve bij zuivel en eieren. Waarom zouden we niet iets meer betalen voor kwaliteit? Die is nergens beter dan in Nederland.
Voor een paar cent per liter extra blijft de boerennatuur behouden en hoeven we geen poedermelk te drinken.
De auteurs zijn allen melkveehouder.