Meer kans op griep na vakantie Spanje
Opmerkelijk veel patiënten met Mexicaanse griep in Nederland zijn jongeren die zich hebben uitgeleefd op vakantie aan de Spaanse costa’s.
Weerstand van feestvierende jongeren stuk minderDat blijkt uit cijfers van de GGD in Zuid-Limburg. Woensdag telde de GGD daar zestig gevallen van Mexicaanse griep. Precies de helft van de besmette mensen was recent teruggekomen van vakantie aan de Spaanse costa’s, bevestigde een woordvoerder van de GGD Zuid-Limburg gisteren desgevraagd. De dertig zieken zijn allen jongeren tussen de 18 en 25 jaar.
„Zij zijn het die zich niet houden aan de adviezen die we geven”, zegt Christian Hoebe, hoofd van de afdeling infectieziekten van de GGD Zuid-Limburg. „Ze drinken, gaan laat naar bed, eten slecht. Bovendien komen ze in discotheken volgepakt met mensen. Dat zijn plekken waar je beslist meer risico loopt op besmetting.”
Het is niet duidelijk in hoeverre de cijfers van Zuid-Limburg voor het hele land gelden. Het RIVM, dat het aantal met Mexicaanse griep geïnfecteerde Nederlanders nauwkeurig bijhoudt, kijkt niet waar de patiënten vandaan komen.
Wel houdt het RIVM bij of de infectie in Nederland of in het buitenland is opgelopen. Meer dan driekwart van de gevallen betreft infecties uit het buitenland, blijkt uit die inventarisatie.
Een woordvoerder van het RIVM vindt het voorstelbaar dat de Spaanse costa’s een rol spelen in de verspreiding van de griep. „Je kunt op je vingers natellen dat daar waar jongeren bij elkaar zitten, ze elkaar gemakkelijker besmetten.”
Infectiearts Hoebe van de GGD Zuid-Limburg wijst er wel op dat de zieke jongeren uit Spanje een momentopname vormen. „Er gaan op het moment nu eenmaal duizenden jongeren naar Spanje, terwijl dat land samen met Engeland op het moment een relatief grote verspreiding van de griep kent.” Hoebe verwacht dat de situatie over een paar weken weer totaal anders is. „Dan komen de besmettingen overal vandaan.”
Bovendien verloopt het ziektebeeld van de jongeren gunstig: na een paar dagen koorts zijn de meesten weer op de been. Hoebe: „Ze hebben ook weleens een kater, nu hebben ze even koorts.”