Rwanda laat 19.000 verdachten van genocide vrij
Rwanda is dinsdag begonnen met de vrijlating van ongeveer 19.000 gedetineerden om de ernstige overbevolking van de gevangenissen tegen te gaan en de „nationale verzoening” te bevorderen. Procureur-generaal Gerard Gahima heeft dat gezegd.
Een groot aantal van de vrij te laten gevangenen wordt verdacht van deelname aan de genocide die in 1994 plaatsvond in Rwanda. Ook worden ongeveer duizend voormalige rebellen en ruim 2000 zieke of bejaarde gevangenen vrijgelaten.
President Paul Kagame heeft opdracht gegeven tot de vrijlatingen omdat vele duizenden verdachten al jaren wachten op hun proces en de justitiële afwikkeling van het grote aantal zaken uiterst traag verloopt. De tienduizenden Hutu’s hebben in 1994 in een paar maanden tijd naar schatting een half miljoen Tutsi’s en gematigde Hutu’s vermoord.
Ongeveer 115.000 verdachten van betrokkenheid bij de volkenmoord zitten in afwachting van hun proces vast. Ze worden alleen vrijgelaten als ze schuld hebben bekend. Ze worden niet ontslagen van rechtsvervolging, maar zullen worden berecht door traditionele rechtbanken, zogenoemde gacaca, die vorig jaar speciaal voor dit doel in ere zijn hersteld en waarbij recht wordt gesproken door lekenrechters. Ook moeten ze na hun vrijlating eerst twee maanden in een heropvoedingskamp. Hoofdverdachten van de volkenmoord komen niet voor vrijlating in aanmerking, evenmin als personen die ervan worden verdacht zich tijdens de massaslachting schuldig te hebben gemaakt aan verkrachting.