Dit bepaalde de Raad van State woensdag. Minister Donner van SZW was bij de raad in hoger beroep gegaan.De wokker had zich op zoek naar werk bij de Apeldoornse restauranthouder gemeld met een vervalste identiteitskaart. Het legitimatiebewijs zag er volgens het eethuis zo echt uit dat de wokker aan de slag kon. De Arbeidsinpectie trof de man bij een controle aan en constateerde dat hij geen werkvergunning had. Met een legale identiteitskaart is zo’n vergunning niet nodig maar de kaart bleek vals, waarna de boete volgde.

De rechtbank in Zutphen zette vorig jaar een streep door boete, omdat de Chinees zijn best had gedaan om het document op echtheid te controleren. Het ministerie zegt echter dat de vervalsing met het blote oog was te zien en verweet de Chinees dat hij de achterkant van de kaart niet heeft bekeken.

Dit laatste deed de Apeldoornse ondernemer de das om. Op de achterzijde van de kaart stonden de letters in een wat groter type dan op de originele identiteitskaart. De Raad van State besliste dat de Chinees ook de achterkant goed had moeten controleren. Volgens zijn eigen verklaring en die van zijn vrouw is dat niet gebeurd.

De Raad van State sprak ook uit dat de controleplicht niet zover hoeft te gaan dat werkgevers een uv-lamp of een loep moeten gebruiken om vervalsingen te ontdekken. De hulpmiddelen worden aanbevolen, maar zijn niet verplicht voorgeschreven.

Het CDA stelde onlangs aan minister Donner Kamervragen over de kwestie.