Geen vredestaal uit Bethlehem
Israël heeft sinds enkele maanden een uiterst rechtse regering. Dat is niet onopgemerkt gebleven. Zo ligt Jeruzalem al een tijdje in de clinch met de Amerikaanse regering over het nederzettingenbeleid – om maar eens een van de meningsverschillen te noemen.
De Palestijnen voelen zich op hun beurt blijkbaar geroepen een soortgelijke beweging te maken. Voor het eerst in twintig jaar congresseerde de Fatahpartij van president Mahmud Abbas deze week in Bethlehem. De stad, die normaal gesproken symbool staat voor vrede, deed zijn naam dezer dagen bepaald geen eer aan. Ronduit oorlogszuchtige taal klonk er uit de monden van prominente Palestijnse politici.„Onderhandelingen met Israël zijn nooit onderdeel van de Fatahcultuur geweest”, verklaarde Jamal Nazzal, een Fatahgedelegeerde van de Westelijke Jordaanoever. Volgens hem heeft Fatah nooit het bestaansrecht van Israël erkend. Hij ontkende ook dat zijn partij andere Palestijnse bewegingen heeft gevraagd de Joodse staat te legitimeren.
De uitspraken van Nazzal staan niet op zichzelf. Diverse topfunctionarissen binnen de Fatahpartij hebben zich de afgelopen tijd in soortgelijke bewoordingen uitgelaten. Erkenning van de staat Israël is uitgesloten, evenals het opgeven van het recht op terugkeer van Palestijnse vluchtelingen, was de centrale boodschap. Het enige gematigde geluid is het voorstel om de term „gewapende strijd” te vervangen door „verzet.”
De vraag is waarom de hardliners binnen Fatah plotseling hun stem zo verheffen. Sommige analisten verklaren de manoeuvre uit het feit dat er binnenkort verkiezingen voor het invloedrijke Centraal Comité en de Revolutionaire Raad worden gehouden. Partijbonzen zouden zich daarom extra willen profileren. Ook zou Fatah voorzichtig toenadering tot aartsrivaal Hamas willen zoeken. Daar past natuurlijk geen verzoenende taal richting Israël bij.
Zo bezien zouden de uitspraken van de Fatahpolitici slechts politieke statements zijn, bedoeld om interne posities veilig te stellen. Dat is ook maar te hopen, want waarin zou Fatah zich anders nog van Hamas onderscheiden in de houding ten aanzien van Israël? Ook Hamas weigert de Joodse staat te erkennen en houdt vast aan het recht op terugkeer van Palestijnse vluchtelingen.
Israël heeft altijd gezegd dat het niet onderhandelt met organisaties die het bestaansrecht van de Joodse staat ontkennen. Wil Fatah nog enige hoop op hervatting van het vredesproces houden, dan zal de partij van Abbas op zijn minst expliciet moeten uitspreken dat ze het bestaansrecht van Israël erkent.
Dan nog is het maar de vraag of het vredesproces nieuw leven kan worden ingeblazen. De Israëlische premier Netanyahu heeft bijzonder weinig bewegingsvrijheid. Vrijwel elke concessie aan de Palestijnen kan rekenen op een veto van coalitiepartner Yisrael Beiteinu van Avigdor Lieberman. Die radicale politicus ligt overigens momenteel zelf onder vuur wegens beschuldigingen van corruptie. Het voortbestaan van de Israëlische regering wordt dus op meerdere fronten bedreigd. Een instabiel Israëlisch kabinet zal niet het risico nemen omstreden maatregelen door te drukken.
Aan Palestijnse zijde zijn de perspectieven aanzienlijk somberder. Indien leden van de als gematigd te boek staande Fatahpartij al niet eens bereid zijn het bestaansrecht van de staat Israël te erkennen, biedt dat weinig hoop op toenadering tussen partijen. Men kan moeilijk van Israël verwachten dat het onderhandelt met een instantie die vindt dat de Joodse staat niet bestaat, in elk geval niet mág bestaan. Het is hoog tijd dat Fatah zich ten minste op dat punt van Hamas onderscheidt.
Mr. Richard Donk
Reageren aan scribent?buza@refdag.nl.