Franse dorp Bécherel wil meer zijn dan een boekenstadje
Midden op het platteland van Bretagne, in een dorp dat op 175 meter hoogte tegen een heuvel is geplakt, liggen honderdduizenden boeken opgetast. Neuzen staat vrij. Jaarlijks komen tienduizenden bezoekers naar het Franse boekenstadje Bécherel om te kijken of er iets van hun gading tussen zit.
Bécherel is op het eerste gezicht een mooi, maar normaal Frans dorp. Een gemeentehuis met een pleintje ervoor, een kronkelige weg en een monument voor de gevallenen in de Eerste Wereldoorlog. Het dorp kan bogen op een donjon, maar exclusief is dat in Bretagne niet. Het is een streek waar nog altijd heel wat mensen elke morgen wakker worden in rijzige kasteelkamers.Schijn bedriegt echter. Wie de moeite neemt uit de auto te stappen en het oude centrum in te lopen, ontdekt dat er achter de geruite ramen duizenden boeken liggen opgetast. Boekhandel Saphir, die ook twee vestigingen heeft in Parijs, zit er op de hoek van het kerkplein. Dit is geen doorsnee Bretons dorp.
Het is de taak van Philippe Florenty van de plaatselijke VVV om dat onder de aandacht te brengen. „We waren het eerste boekenstadje van Frankrijk”, benadrukt hij enthousiast in zijn kantoortje. Het monumentale stadje vierde onlangs dat het al twintig jaar bedolven is onder boeken. „We vervullen een voortrekkersrol”, zegt Florenty. In Frankrijk volgden zes andere stadjes het voorbeeld uit Bretagne.
Met de komst van de boekhandelaren is er veel veranderd in Bécherel. Voor hun komst was het inderdaad een dorp zoals het Franse platteland er zo veel kent: sterk vergrijsd en slaperig. Eeuwenlang floreerde er de handel in textiel en linnen, maar met de industrialisatie verschoof het productieproces naar de grote steden. Jongeren trokken weg, steeds meer huizen kwamen leeg te staan. In de jaren tachtig moeten vier op de vijf huizen in het centrum van het dorp onbewoond zijn geweest.
Nu heeft het stadje echter weer ruim 740 inwoners en trekt het tienduizenden bezoekers per jaar. Florenty houdt nauwkeurig bij hoeveel mensen zijn informatiepost bezoeken. Vorig jaar waren dat er bijna 11.000, in 2007 ruim 1000 meer. Volgens de VVV-medewerker komt ongeveer 20 procent van de bezoekers van het stadje bij hem langs, wat betekent dat zeker 55.000 mensen vorig jaar Bécherel aandeden.
Hongkong
De mooie bezoekersaantallen ten spijt is het op een doordeweekse dag erg rustig in het dorp. Voor het enige restaurantje dat open is, An Duchenn Hud, zitten wat mensen aan de lunch, maar verder ogen de straatjes rond het middaguur verlaten. Maar alweer bedriegt de schijn. Wie even stilstaat, ziet steeds meer boekenminaars uit de deurtjes van de winkels glippen.
Ze overbruggen de middagsluitingen van veel winkeltjes in het restaurant of zoeken wat verstrooiing in de tuinen van het oude donjon. Florenty geeft aan dat de bezoekers uit de wijde omtrek komen. Aan iedereeen die zijn kantoor bezoekt, vraagt hij tussen neus en lippen door uit welk departement ze komen. Het wordt allemaal genoteerd.
Van een forse teruggang in het aantal bezoekers, zoals in veel boekenstadjes, is volgens Florenty geen sprake. Er worden weliswaar steeds meer boeken verhandeld via internet, maar „een echte boekenliefhebber wil de boeken ruiken en door zijn handen laten gaan”, verzekert hij.
Hij lardeert zijn overtuiging met het voorbeeld van een man die pas helemaal uit Hongkong naar Bécherel afreisde om een boek aan te schaffen. „Hij nam het eerste vliegtuig weer terug”, weet Florenty. „Hij had het boek op internet gezien, maar wilde het zelf ophalen. Dat willen veel mensen. Een boek dat je op internet vindt, kun je anders nooit goed beoordelen.”
Huis van het Boek
Bécherel laat zich dan ook niet leiden door ontlezing en nieuwe vormen van handel, maar is nog steeds aan het opbouwen. In 2011 moet er een ”Huis van het Boek” geopend worden, dat plaats zal bieden aan (internationale) conferenties, exposities en cursussen. „We willen de ervaringen die wij in Bécherel hebben opgedaan graag delen met andere boekenstadjes”, zegt Florenty. Vanuit die gedachte bestaat er inmiddels een bijzondere band met het boekenstadje Wigtown in Schotland. Delegaties uit beide dorpen ontmoeten elkaar regelmatig om ideeën uit te wisselen.
Op het plein bij de 19-eeuwse kerk van Bécherel en in de straatjes eromheen zijn in totaal achttien boekwinkels te vinden. Sommige daarvan zijn alleen in de zomermaanden open of alleen in het weekend, maar de meeste het hele jaar door. „Ons streven is dat iemand hier altijd twee uur kan doorbrengen”, legt Florenty uit.
Veel van de boekhandelaars hebben gekozen voor een specialisme. Zo legt boekhandel Les Perseides, tegenover het oude klooster, zich toe op geschiedenis en literatuur, terwijl buurman Abraxas-Libris (goed voor 60.000 boeken) zich in het bijzonder richt op geïllustreerde werken uit de 19e en de 20e eeuw. Voor kook- en tuinboeken kan een bezoeker weer het beste aankloppen bij La Souris des Champs. In verschillende boekhandeltjes zijn ook Engelstalige uitgaven te vinden.
Zwaartekracht
De winkels zijn vaak beperkt in omvang, zodat de wanden letterlijk behangen zijn met boeken. Hoge stapels liggen op de grond, opgetaste dozen met boeken zijn bijna zichtbaar verwikkeld in een duel met de zwaartekracht. Het zijn antiquariaten in hun oervorm. Andere zaken blinken weer uit in geordendheid en hebben de auteurs in statige rijen gerangschikt. Sommige handelaren proberen wat bij te verdienen met een zithoekje waar koffie en thee verkrijgbaar zijn. Voor de prijs hoef je het vaak niet te laten.
Of de boekhandelaren een beetje van hun handel kunnen rondkomen? „Het lukt aardig”, zegt een verkoopster aan de rue de la Beurrerie, die bij de ingang van haar boekhandel aandachtig zit te lezen. „Ik moet het vooral van de weekenden hebben. Dan komen de meeste bezoekers.”
Een belangrijke bron van inkomsten vormt voor veel handelaren de grote boekenmarkt, die al twintig jaar met Pasen gehouden wordt. Ook zijn er jaarlijks andere activiteiten, zoals de Nacht van het Boek.
Florenty begeleidt bovendien geregeld schoolklassen door het boekenstadje. „We hebben ook een pedagogische functie”, zegt hij. Maar het is uiteraard ook goed voor de naamsbekendheid.
Ruiken
„Boekhandels zullen nooit verdwijnen”, zegt Colette Trublet, een van de mensen van het eerste uur, in haar woonkamer boven de zaak van haar zoon. „Als je een boekhandel binnenkomt, ruik je de boeken, je kunt ze vasthouden, er in bladeren. Dat is totaal iets anders dan een fotootje op internet.”
Vanuit haar kamer heeft ze een weids uitzicht over het Bretonse platteland. „Schitterend, toch?” zegt de psychoanalytica, die sinds 1985 in Bécherel woont. Het verhaal van haar verhuizing naar het dorpje is het verhaal van de ontwikkeling van Bécherel tot boekenstadje.
Aan het boekenstadje blijken, hoe kan het ook anders in Frankrijk, een keur van filosofische en sociologische beschouwingen ten grondslag te liggen. Bécherel moest een gemeenschap vormen waar werk en culturele activiteiten sterk met elkaar verbonden zouden zijn.
Trublet maakte zich met een groep vrienden zorgen over de leegloop van het platteland en de dominantie van de stad. Over de toename van geweld. Over de sterke tweedeling tussen werk en ontspanning, waardoor er gemakkelijk stress ontstaat. Over de teloorgang van de oude, Bretonse, cultuur. „We wilden anders leven”, zegt Trublet. „En we zochten een plek op het platteland van Bretagne waar we dat konden realiseren.”
Zo werd de stichting Savenn Douar geboren, een Bretons begrip dat zoveel betekent als springplank. In 1986 opende de stichting aan het kerkplein van Bécherel een restaurantje, waar bovendien een scala aan culturele activiteiten werd georganiseerd. Pas later ontstond het idee om het concept boekenstadje, dat al beproefd was in Hay-on-Wye in Wales, ook in Bécherel te realiseren. In 1989 openden de eerste boekhandels hun deuren.
Bécherel leende zich geografisch gezien uitstekend voor deze bestemming, benadrukt Trublet. Het ligt precies tussen de grote steden Saint-Malo en de universiteitsstad Rennes. Al snel toonden meer boekhandelaren interesse om zich in het dorp te vestigen.
Locomotief
Toch draait het in Bécherel wat Trublet en haar stichting betreft nog altijd niet alleen om boeken. „Boeken vormen de locomotief van de activiteiten hier. Andere cultuuruitingen willen we echter ook een plek blijven geven”, zegt ze.
Zo biedt Savenn Douar cursussen kalligraferen en miniatuurschilderen aan, maar ook Keltische motieven ontwerpen, koken, borduren en zingen. Iedere laatste vrijdag van de maand kunnen liefhebbers in restaurant An Duchenn Hud in het Bretons van gedachten wisselen. Wie de taal nog niet machtig is, kan terecht bij een taalcursus.
Wat Trublet betreft worden de culturele activiteiten in de toekomst nog verder versterkt. „Bécherel wil een plek zijn met ruimte voor reflectie op het leven”, onderstreept ze het aloude ideaal.
De meeste activiteiten zullen een gemiddelde bezoeker van Bécherel echter totaal ontgaan. Een uurtje neuzen tussen de duizenden boeken zal voor hem genoeg zijn om als herboren het stadje uit te rijden.
Notre Dame
Het meest beeldbepalende gebouw van Bécherel is zonder meer de 19e-eeuwse dorpskerk, die met haar karakteristieke toren al van ver zichtbaar is. De kerk staat op de plaats waar in de 12e eeuw al een kapel werd gebouwd door Alain de Dinan, heer van Bécherel, die ook de donjon heeft laten bouwen.
In de 19e eeuw resteerde er van de kapel alleen nog maar een ruïne. In 1849 besloot het dorpsbestuur daarom tot herbouw van de kerk. De opdracht voor het ontwerp werd gegund aan Jacques Mellet, die veel kerken en kastelen in Bretagne op zijn naam heeft staan. In 1870 kon de nieuwe kerk worden voltooid.
De toren is echter van later datum, van 1898, en is ontworpen door een van de beroemdste architecten van die tijd in de regio Ille-et-
Vilaine, Arthur Regnault. In de toren hangen vier klokken, met een gezamenlijk gewicht van meer dan 4000 kilo.
Het interieur van de kerk is tamelijk sober en bevat geen bijzondere bezienswaardigheden. Op de ramen rechts in het schip van de kerk is naast Maria Magdalena en de apostel Paulus ook de kerkvader Augustinus afgebeeld.
Aan de linkerkant is een raam gewijd aan zijn moeder Monica. Zij is in de rooms katholieke traditie de patroonheilige van de christelijke moeders. Monica bad jarenlang voor de bekering van haar zoon.
Kasteel Montmuran
In de directe omgeving van Bécherel zijn verschillende kastelen te vinden.
Het kasteel Montmuran, nabij het pittoreske dorpje Les Iffs, heeft delen uit de 12e eeuw en biedt bovendien de mogelijkheid tot overnachting.
Het waren de heren van Tinteniac die in de 12e eeuw bij het huidige Les Iffs een kasteel optrokken om van daaruit de regio te bewaken. Aan die periode herinneren nog altijd de twee torens op het noorden en het buurdorp van Bécherel, dat nog altijd de naam van de heren draagt.
De grootste delen van kasteel Montmuran zijn echter van later datum. De stoere ingang verrees in de 14e eeuw, terwijl de andere delen van het kasteel uit de 17e en de 18e eeuw stammen.
In het kasteel bevindt zich een kapel, die vanuit de tuin goed zichtbaar is.
Sinds de vorige eeuw wordt Montmuran bewoond door de familie La Villeon, maar het kasteel is in de zomermaanden, van juni tot en met september, ook te bezichtigen. Meerdere keren per dag zijn er rondleidingen.
Daarnaast verhuurt de familie een kamer om te overnachten, een mogelijkheid die meer buitenplaatsen en kastelen in de regio bieden.
Gezien de scheuren die de muren vertonen, kan het kasteel wel een ingrijpende restauratie gebruiken.
Dit is het vierde deel in een serie over boekensteden in Europa. Volgende week deel 5: Saint-Pierre-de-Clages, Zwitserland.