Volgens fractievoorzitter Theo Coskun bereiken de plaatselijke politici berichten van verontruste burgers die dachten dat zij al ingeburgerd waren voordat in 2007 de zogenoemde wet-Verdonk van kracht werd. Dat heeft hij dinsdag laten weten.„Zij dachten dat zij al klaar waren en een aantal van hen is inmiddels lang en breed aan het werk”, aldus Coskun.

Volgens een woordvoerder van het ministerie voor Wonen, Wijken en Integratie heeft het dubbel inburgeren te maken met de overgangsregeling die met nieuwe wetten gepaard gaat. „Mensen die onder de oude wetgeving inburgeringscursussen hebben gevolgd maar nog niet voldoen aan criteria die gelden volgens de nieuwe regels, kunnen een tweede oproep krijgen”, zegt de woordvoerder. „Deze mensen zijn volgens de nieuwe normen nog niet voldoende ingeburgerd om aan de samenleving te kunnen deelnemen. Het belangrijkste criterium is de Nederlandse taal.”

Volgens de SP is het „verwarrend, onzinnig en bureaucratisch” om iedereen op te roepen voor een tweede cursus, ongeacht de mate van inburgering. „Veel mensen hebben al werk en doen volop mee in de samenleving. We roepen toch ook niet iedereen op opnieuw het rijexamen te doen als we morgen de criteria veranderen?”

Maar volgens het ministerie hoeft niemand zonder reden een tweede inburgeringscursus te doen. „Een korte vrijstellingstoets verleent hen ontheffing van de cursus. Uit de toets moet echter wel blijken dat de nieuwkomer over voldoende kennis van de Nederlandse taal en cultuur beschikt”, aldus de woordvoerder.

De inburgeringscursus is de afgelopen twee jaar al vaker onderwerp geweest van kritiek. Zo bleek begin dit jaar nog dat de cursuskosten per gemeente variëren van 6000 tot 12.000 euro. Ook zouden er vragen gesteld worden waar geen eenduidig antwoord op te geven valt.