Milosevic klaagt over papierwinkel
Slobodan Milosevic heeft zich dinsdag voor het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag beklaagd over de stortvloed aan documenten waaronder de aanklagers hem bedelven.
Terwijl hij de afgelopen twee weken ziek in bed lag, kreeg hij naar eigen zeggen 40.000 nieuwe pagina’s - in de Engelse vertaling, en niet in het Servisch.
Milosevic, die zijn eigen verdediging voert, zegt in totaal meer dan 300.000 pagina’s en meer dan 1000 uur videomateriaal van de aanklagers te hebben gekregen.
Volgens aanklager Geoffrey Nice zijn de meeste documenten oorspronkelijk in het Engels gesteld. Waar nodig worden ze vertaald, maar volgens Nice „is het duidelijk dat de verdachte Engels spreekt en begrijpt.”
Rechter Richard May vindt net als Milosevic dat het om „een enorme hoeveelheid materiaal” gaat. May heeft Nice om een geschreven uitleg gevraagd. Zodra hij die heeft ontvangen, besluit May of er iets aan de hoeveelheid documenten moet worden gedaan.
Milosevic viel voorts uit tegen de voormalige amicus curae of vriend van het hof, Michal Wladimiroff. Die misbruikt volgens Milosevic zijn vertrouwelijke functie van destijds nog steeds door interviews te geven zoals pas in The Wall Street Journal. Wladimiroff was een van drie juristen die door het hof werden aangesteld om toe te zien op de belangen van de beklaagde, omdat die zelf geen advocaat wilde.
In het proces ging het dinsdag opnieuw om de beschieting van Dubrovnik door het Joegoslavische leger in 1991. Milosevic ondervroeg de zakenman Ivo Simonovic, die in 1991 werd opgeroepen voor dienst in het Kroatische leger. Volgens Milosevic beschoten de Kroatische troepen vanuit Dubrovnik het Joegoslavische leger, dat daarop wel moest terugschieten.
„Uw strijdkrachten vielen het Joegoslavische leger aan, is dat niet hoe het begon?”, vroeg Milosevic glimlachend. „Nee”, antwoordde Simonovic, eveneens glimlachend. „En als u erbij was geweest, zoals ik, had u dat geweten.”
Simonovic kon geen verband leggen tussen de beschieting van Dubrovnik en Milosevic persoonlijk. Milosevic betoogde bovendien dat hij destijds president van Servië was en dus niets te zeggen had over het leger van Joegoslavië. „De slag ging tussen het Joegoslavische leger en de Kroatische soldaten in Dubrovnik. Wat heeft Servië daarmee te maken?”