Wegwijs op gebied van rechtspraak
Titel:
”Recht door de gemeente”
Auteur: mr. M. Verhage-van Kooten
Uitgeverij: Boekencentrum, Zoetermeer, 2002
ISBN 90 239 0873 2
Pagina’s: 345
Prijs: € 24,50. In welke situaties kan een predikant of pastoraal werker worden geconfronteerd met vragen rond recht en rechtspraak? Deze vraag was voor mr. M. Verhage-van Kooten aanleiding tot het schrijven van haar boek ”Recht door de gemeente”.
Het is een omvangrijke studie geworden, die er mag zijn. Het is niet bepaald het eerste of enige dat de auteur heeft gepubliceerd. Zo werkte ze, docente hulpverleningsrecht aan de Christelijke Hogeschool te Ede, onder meer mee aan de bundel ”Inleiding familie- en jeugdrecht”. Ze is afkomstig uit een ’schrijvende’ familie, en ook haar gaan het schrijven en publiceren goed af.
”Recht door de gemeente” is een werk met bepaald wetenschappelijke allure. Niet alleen pastores, maar ook beoefenaren van de rechtspraktijk kunnen er hun voordeel mee doen. De zaken worden samengevat en op een rijtje gezet. Wat dat betreft, zou de uitgave als populair-wetenschappelijk kunnen worden aangemerkt.
Het boek beoogt allereerst in vogelvlucht een weergave van ons rechtssysteem te bieden. Vervolgens komt er dan een gedetailleerd overzicht van het personen- en familierecht en het jeugdrecht, met nog enkele grepen uit het gezondheidsrecht in verband met de euthanasiewetgeving en de wetgeving omtrent de orgaandonatie.
Notaris
Eerst zij gewezen op enkele vergissingen, die bij een herdruk gecorrigeerd zouden kunnen worden: Op blz. 70 geeft de auteur aan welke taken een notaris allemaal heeft. Haar opsomming is grotendeels correct, maar de meest voorkomende activiteit van een notaris staat er niet bij: het passeren van transportakten van onroerende zaken.
Op blz. 41 lees ik: „De staande magistratuur betreft het openbaar ministerie. De woorden ”zittend” en ”staand” kunnen letterlijk opgevat worden. Gedurende de rechtszitting zit de rechter en staat de officier van justitie, die namens het O.M. optreedt.” Dit is niet helemaal juist. De officier van justitie staat niet gedurende de gehele zitting. Hij staat slechts bij het voorlezen van de dagvaarding (aan het begin van de zitting) en bij het houden van zijn requisitoir, de uiteenzetting en argumentering van de strafvervolging.
Het boek wordt gepresenteerd als een ”juridische gids voor het pastoraat”. De auteur probeert hieraan vorm te geven door ieder nieuw hoofdstuk te laten beginnen met een casus, een (mogelijk) praktijkvoorbeeld. Vervolgens komt dan de theoretische uiteenzetting van het betreffende onderwerp naar aanleiding van die casus.
Geconstateerd moet dan echter worden dat de omschreven casus en de daaropvolgende theoretische uiteenzetting niet erg op elkaar aansluiten. In de casus geeft de auteur een probleemstelling aan, bijvoorbeeld van de moeder die definitief haar gezag over haar kind is kwijtgeraakt. Haar vraag aan de pastoraal werker is: „Wil jij het kind voor mij opzoeken, zodat je mij kunt vertellen hoe het met haar gaat?”
Deze vraagstelling is uiteraard een indicatie voor een groot aantal vragen. In de theoretische uiteenzetting krijgt de pastoraal werker geen direct antwoord op de vraag wat hij in een dergelijk geval moet doen en wat zijn positie is. Nu is het uiteraard zo dat op tal van vragen nooit direct een concreet antwoord te geven is. Maar de bedoeling van het boek is nu eenmaal om een concrete handleiding te geven voor pastoraal werkers: hoe te handelen in bepaalde situaties? Het boek zou dan ook aan helderheid winnen als enigszins directer werd ingegaan op de probleemstellingen die aan de orde komen en als hier iets concreter op werd geantwoord, zodanig dat een pastoraal werker er ’iets mee kan’.
Ethiek
In dit verband had ook meer aandacht besteed kunnen worden aan de spanning tussen enerzijds de juridische mogelijkheden, onmogelijkheden en noodzakelijkheden en anderzijds de ethische stellingname van de pastorant. Daar liggen immers vaak de voetangels en klemmen voor iemand die pastoraal werkzaam is en daarbij met crisissituaties te maken krijgt, waarin geadviseerd moet worden bij moeilijke keuzes. Het betreft dan veelal situaties waarin een keuze gemaakt moet worden, doch waarin geen keuze gemaakt kan worden. Mijn advies aan de auteur is dan ook om bij een herdruk wat meer verband aan te brengen tussen de opgegeven casus en de daaropvolgende uiteenzetting. Nu is het zo dat de casus enigszins op zichzelf staat en in de uiteenzetting eigenlijk niet meer terugkomt en niet te herkennen is.
Ten slotte nog iets over de keuze van de onderwerpen. Het gebied van het recht is zeer wijd en veelzijdig. De auteur heeft een aantal zaken uitgekozen waarmee men in het pastoraat het meest in aanraking komt. De onderwerpen betreffen dan ook veelal het personen- en familierecht, het jeugdrecht, het gezondheidsrecht en in mindere mate het strafrecht. In het pastoraat komt men echter mensen tegen met velerlei problemen, en ook met andersoortige problemen dan in het boek worden besproken.
Juridische aspecten die men in het pastoraat tegenkomt, gaan vaak verder dan de onderwerpen die in het boek worden behandeld. Het gaat dan vaak ook over vermogensrechtelijke aangelegenheden. Crisispastoraat heeft veelal te maken met mensen in financiële moeilijkheden, bedrijfsproblemen, enzovoort. Men denke slechts aan de vele boeren die het niet meer kunnen bolwerken en die vrezen hun bedrijf te moeten beëindigen, met alle consequenties van dien. Dat zijn zaken die psychisch en geestelijk ook diep ingrijpen. Hier heeft de pastor een taak. Hij zal ook hier de juridische grenzen moeten kunnen verkennen van het probleem waarin degene verkeert die aan zijn pastorale zorgen is toevertrouwd. Men denke in dit verband ook aan faillissementen, aan faillissementsdreigingen of aan schuldsanering.
Met andere woorden: De raakvlakken tussen het pastoraat en rechtsvragen zijn groter dan in het boek wordt aangegeven. Wellicht dat de auteur in een volgende uitgave ook hier nog wat nader op kan ingaan.
Gehele leven
Uit het bovenstaande moge blijken dat ik het boek met veel belangstelling heb gelezen. Ik constateer dat het boek duidelijk voorziet in een behoefte. Er worden tal van vragen in behandeld waarmee men in het pastoraat gedurig wordt geconfronteerd. Terecht onderstreept de auteur in haar boek dat het pastoraat niet iets is wat op zichzelf staat, maar dat het met het gehele leven te maken heeft.
De stijl is duidelijk en systematisch. De auteur weet in enkele bladzijden een gehele probleemstelling overzichtelijk weer te geven. Het zal eenieder duidelijk zijn dat ik haar boek een brede lezerskring toewens.