Strijkkwartetten Haydn
Tweehonderd jaar geleden, op 31 mei 1809, onder het bulderen van de Franse kanonnen voor Wenen, sloot Josef Haydn voorgoed de ogen. Een van de genres die hij tot grote hoogte had ontwikkeld, was het strijkkwartet. Van het eenvoudige divertimento voor klein ensemble had Haydn een kunstvorm gemaakt die vooral in ontwikkelde muziekkringen zeer geliefd was. „Een gesprek tussen vier intelligente mensen”, noemde Goethe dat.
Van dirigent Frans Brüggen las ik onlangs de uitspraak: „Haydn is een musicians composer, geen man voor het grote publiek. Alleen vaklui begrijpen zijn inventiviteit en humor.”Dat geldt zeker voor het strijkkwartet. Hierbij gebeuren muzikale wondertjes op de vierkante millimeter die niet iedereen in staat is waar te nemen.
Dat wil echter allerminst zeggen dat de muzikale leek geen plezier aan Haydns kwartetten kan beleven. Het tekent juist de genialiteit van Haydn dat hij zo’n ingewikkeld genre toch voor iedereen toegankelijk wist te houden.
De drie kwartetten opus 71 worden door het Auryn Quartet met veel verve en beheersing gespeeld, al vind ik sommige tempi wat aan de hoge kant. Hoe sneller er gespeeld wordt, hoe minder details er hoorbaar zijn.
Daar staat tegenover dat juist de altviool en de cello alle ruimte krijgen om hun aandeel in het geheel te laten horen. Daarbij is de opname heel helder.
Doorgaans werden de kwartetten in series van zes uitgegeven. Opus 71 en 74 horen dan ook eigenlijk bij elkaar. Qua stijl hebben deze drie plus drie kwartetten veel gemeen. Dat Haydn ze zelf toch gescheiden liet uitgeven, heeft waarschijnlijk een financiële reden gehad.
Ik snap daarom niet dat ze in de volledige uitgave van het label Tacet niet in één box zijn gestopt, net zoals opus 33. Ook een financiële reden?
N.a.v. ”Auryn’s Haydn: op. 71 – Joseph Haydn String Quartets – The Auryn Series XX – Auryn Quartet”; Tacet (170); € 22,50.