Ontvoerder Gerrit Jan Heijn verongelukt
De 66–jarige Ferdi E., de ontvoerder en moordenaar van Gerrit Jan Heijn, is maandagochtend overleden in Vorden (Gld.). Dat melden betrouwbare bronnen. Hij werd op de fiets aangereden door een graafmachine, nadat hij had verzuimd voorrang te verlenen. Hij overleed kort na aankomst in een ziekenhuis.
Ferdi E. werd in april 1988 in Landsmeer gearresteerd. De zaak–Heijn was toen al zeven maanden onopgelost. De Ahold–topman verdween op 9 september 1987, nadat hij zijn woning had verlaten voor een tandartsbezoek. Achteraf is gebleken dat E. Heijn al op de dag van de ontvoering heeft doodgeschoten, maar hij heeft diens familie en het Ahold–concern maandenlang in de waan gelaten dat Heijn nog leefde. E. schreef dertien losgeldbrieven aan de familie Heijn en stuurde onder meer de pink van zijn slachtoffer, die hij afsneed nadat hij hem had vermoord, op als pressiemiddel.In november 1987 kreeg hij een deel van het door hem geëiste losgeld en 1236 diamanten. Tegen Kerstmis begon E. dat geld in een supermarkt in Amsterdam–Noord uit te geven, waardoor hij tegen de lamp liep. Pas nadat de man op 6 april 1988 werd opgepakt, bleek dat Gerrit Jan Heijn al lang niet meer leefde.
E. werd in november 1988 door het gerechtshof in Amsterdam veroordeeld tot twintig jaar gevangenisstraf en tbs. Justitie had levenslang tegen hem geëist. Volgens het gerechtshof rechtvaardigden de daden van E. op zich wel levenslang, maar dan zou geen rekening worden gehouden met het feit dat E. verminderd toerekeningsvatbaar was. Daarom werd het de toen maximale tijdelijke gevangenisstraf en tbs.
Na zeven jaar in de gevangenis te hebben doorgebracht, werd Ferdi E. geplaatst in de Van Mesdagkliniek voor de tbs–behandeling. Die eindigde na drie jaar. In 1999 diende de man een gratieverzoek in, dat werd afgewezen. Twee jaar later kwam E. vrij.
De uit Landsmeer afkomstige E. woonde de laatste jaren in Ruurlo in de Achterhoek. Hij veranderde zijn voornaam in Paul. In een interview met dagblad De Stentor zei E. in 2006 onder meer dat hij „in de periode van de moord hartstikke gek was”.