Annemarie Jorritsma is daarvan een voorbeeld. Deze VVD-politica werd in 1982 voor het eerst in de Kamer gekozen. Van 1994 tot augustus vorig jaar was ze minister, eerst van Verkeer en Waterstaat en vervolgens van Economische Zaken. In die laatste periode was ze tevens vice-premier. Tijdens Balkenende-1 was ze weer gewoon Kamerlid, maar na de snelle val van dat kabinet besloot ze de politiek te verlaten.

Dat laatste deed ook Tineke Netelenbos (PvdA), die in 1987 Kamerlid werd. Tijdens Paars-1 was ze staatsssecretaris van Onderwijs, tijdens Paars-2 minister van Verkeer.

Grote faam als debater verwierf zich Paul Rosenmöller. Hij werd in in 1989 voor GroenLinks in de Kamer gekozen. Vanaf 1994 was hij fractieleider. Bedreigingen aan hem en zijn gezin na de moord op Pim Fortuyn waren in de aanloop naar de afgelopen verkiezingen een belangrijke reden om zich uit de politiek terug te trekken.

Heel snel komt het afscheid voor het grootste deel van de fractie van de Lijst Pim Fortuyn. Op 15 mei vorig jaar kwam de LPF als nieuwkomer meteen met 26 zetels in de Kamer, iets wat nog nooit eerder was gebeurd. De partij trad ook toe tot het kabinet. Haar interne geruzie was er echter de oorzaak van dat dat op 16 oktober al weer viel. Dat betekent het einde van de politieke carrière van onder anderen Ferry Hoogendijk, Jim Janssen van Raay, Winny de Jong en Harry Wijnschenk. Die laatste twee hadden zich overigens al van de LPF afgescheiden.

Dat er 46 Kamerleden vertrekken, betekent ook dat er 46 nieuwkomers beëdigigd worden. Dat gebeurt donderdag, als de Kamer in nieuwe samenstelling voor het eerst bijeenkomt.

Niet alle 46 nieuwelingen zijn helemaal nieuw. VVD’ers als Henk Kamp en Hans Hoogervorst zaten al eerder in de Kamer, maar waren het afgelopen half jaar minister. Ook ’nieuwkomers’ als José Smits en Staf Depla (beiden PvdA) zaten al eerder in de Kamer.