Richman verwerpt de waarschuwing van het opperrabbinaat dat Joden het plateau niet op mogen gaan, omdat ze het risico zouden lopen het gebied te betreden waar zich in de Bijbelse tijd het heilige der heilige bevond.Donderdag, op de negende van Av, de elfde Joodse maand, herdachten de Joden de verwoesting van de tempel. Duizenden religieuze Joden bezoeken de Westelijke Muur (de Klaagmuur) om er het boek Klaagliederen te lezen. Rabbijn Richman verwacht dat de tempel in de toekomst herbouwd zal worden op de plaats waar deze eens stond.

Volgens de Joodse traditie bevond het heilige der heilige zich op de plek waar nu de islamitische Rotskoepel staat. Moslims geloven dat Mohammed vanaf de rots een nachtelijke reis naar de hemel maakte. Als religieuze Joden de Tempelberg opgaan, maken ze een grote omtrekkende beweging om de Rotskoepel, om te voorkomen dat ze het allerheiligste gedeelte betreden. Het is volgens rabbijn Richman belangrijk dat Joden de berg regelmatig opgaan, „alleen al om God te laten zien dat we deze plaats niet vergeten zijn. Het nationale verlangen van het Joodse hart is zo dicht mogelijk bij de heiligste plaats op aarde te komen.”

Joden en christenen mogen de Tempelberg op tijdens bepaalde uren, maar ze mogen er niet bidden. Ook hanteert de politie volgens de rabbijn een lijst met verdachte personen. Als die de berg opgaan, worden ze begeleid door de politie en mensen van de Waqf (het islamitische bestuur op de berg). „Als ze zien dat zij hun lippen bewegen, worden ze verwijderd of gearresteerd, afhankelijk van de stemming en de dienstdoende officieren.”

De rabbijn verwerpt de theorieën dat de tempel pas herbouwd zal worden als de Messias komt. Ook de stelling dat God op een zeker moment de tempel uit de hemel zal laten neerdalen, wijst hij van de hand. „Dit idee staat in totaal contrast met het hele concept van de Thora”, zegt hij.

Hij gelooft dat Joden de taak hebben de derde tempel te bouwen. „We zijn als een vis zonder water zonder de heilige tempel”, zegt hij. Zijn tempelinstituut houdt zich bezig met de vervaardiging van de vaten die in de tempel gebruikt kunnen worden. „We hebben de meeste vaten gemaakt die voor het herstel van de tempeldienst nodig zijn. Een van de laatste grote projecten is het maken van de kleding voor de cohanim, de afstammelingen van Aharon, en de priesters die in de tempel zullen dienen.”

Hij werpt de stellingen van de hand dat de tempel op een andere plaats gebouwd moet worden dan op de plek waar nu de Rotskoepel staat, om hevige frictie met de islam te voorkomen. Het betreft de plaats die God volgens hem heeft aangewezen om de tempel te herbouwen. Ook zal de offerdienst worden hervat, hoewel de tempel vooral een gebedsplaats zal zijn.

Hij is ervan overtuigd dat de vrede gediend is met de tempel. „De heilige tempel is het symbool van de vrede. Als de heilige tempel er staat, zullen alle volken welkom zijn om er te bidden. Nu hebben Joden en christenen geen toestemming te bidden op de Tempelberg. Waar we hier over praten is een balans tussen de mensheid en het goddelijke. Beide zullen elkaar ontmoeten. Dat is wat het was en dat is wat het verondersteld wordt te zijn.”

Concrete plannen om de tempel te herbouwen, heeft zijn instituut overigens niet. Hij wil er in de nabije toekomst voor zorgen dat de kennis onder Joden over hun religie en de tempel zich uitbreidt. „De premier schreef het boek ”Een plaats onder de zon”. Dat gaat over vrede met de buurlanden en over alles wat elk ander land verdient, zoals economische voorspoed. Dan zeg ik: Is dat alles? Ik wil veel meer dan dat. Zoals Zacharia zegt: dat tien mensen uit de volken de slip van de Judese man zullen vastgrijpen en zullen zeggen: „Wij willen met u gaan want wij hebben gehoord dat God met u is.””