Volgens EBS legt de DCMR Milieudienst Rijnmond het bedrijf een dwangsom op van 50.000 euro per maand als het bedrijf het vervuilde zink niet voor midden december heeft opgeruimd.De partij zink zou in 1991 vanuit Duitsland naar Nederland zijn verscheept met als uiteindelijke bestemming Polen. Volgens EBS bood het Duitse bedrijf HTA de partij zink indertijd aan ter tijdelijke opslag onder het valse voorwendsel dat het om normaal zinkconcentraat zou gaan. Hierop sloeg het bedrijf de stof op in een loods. Onderzoek door de Nederlandse overheid zou hebben uitgewezen dat het zink zwaar vervuild is, waarna het de Rotterdamse haven nooit meer heeft verlaten.

EBS laat weten dat het vorig jaar bij de Europese Commissie een klacht heeft ingediend tegen Duitsland omdat het land zou hebben geweten dat het om zwaar vervuild zink gaat. Volgens het bedrijf heeft de Commissie een onderzoek ingesteld, maar geen gerechtelijke stappen ondernomen tegen het land.