Familiebedrijven in gevaar door nieuwe successiewet
Het nieuwe wetsvoorstel van staatssecretaris De Jager over belasting op erfenissen brengt het voortbestaan van grote familiebedrijven in gevaar, waarschuwt Ernst Cramer.
De successiebelasting gaat op de schop. Het wetsvoorstel hiertoe is eind april naar de Tweede Kamer gestuurd. De belangrijkste uitgangspunten zijn lagere tarieven en eenvoudiger regels. Maar ook de ondernemerscontinuïteit staat centraal. Tussen de regels door doemt er echter een geweldige klip op.In de huidige praktijk geldt dat als een aandelenpakket van 5 procent of meer –een aanmerkelijk belang– geschonken of vererfd wordt, 75 procent van de waarde vrijgesteld is van belasting. Dit voorkomt dat de continuïteit van de onderneming in gevaar komt doordat er bij de afrekening met de fiscus middelen uit de onderneming moeten worden onttrokken.
Deze zogeheten bedrijfsopvolgingsfaciliteit geldt ook voor de zogenaamde meetrek of fictief aanmerkelijk belang. Hiervan is sprake als iemand een aandelenpakket houdt dat kleiner is dan 5 procent, maar wel een familielid heeft of had met een aanmerkelijk belang. Deze situaties doen zich voornamelijk voor bij familiebedrijven waarbij de aandelen vererfd zijn in opvolgende generaties.
In het nieuwe wetsvoorstel bepaalt de staatssecretaris dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteit alleen nog van toepassing is op houders van een aandelenpakket van daadwerkelijk 5 procent of meer. De diepere reden hiervoor is onbekend. Waarschijnlijk is het vereenvoudigingsmantra hier leidend geweest. Maar de gevolgen voor grotere familiebedrijven zijn wel enorm. Daar zijn meerdere aandeelhouders in derde, vierde of nog verdere lijn, die straks allemaal moeten gaan afrekenen. Dit kan niet zonder consequenties voor de onderneming.
Inconsistentie
Een meetrek of fictief aanmerkelijk belang ontstaat niet zomaar. Het is altijd gekoppeld aan het feit dat op enig moment er bij de belastingplichtige of iemand uit zijn familiesfeer een pakket van ten minste 5 procent aanwezig is geweest. Het is dan ook duidelijk ingekaderd.
Bovendien worden meetrek en een fictief aanmerkelijk belang in de inkomstenbelasting wel volledig gelijk behandeld als een ‘regulier’ aanmerkelijk belang. Het wetsvoorstel creëert dus een inconsistentie tussen de inkomstenbelasting en de successiebelasting.
In veel opzichten dus een opmerkelijk voorstel, mede in het licht van eerdere uitspraken van de staatssecretaris in deze krant. Hij stelde dat „de doelstelling van de nieuwe wet is dat het familiebedrijf kan worden voortgezet. Het mag niet langer tot een gedwongen verkoop komen door de successiewet.” Hoe beperking van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit zich verhoudt tot deze uitspraak is dan ook de grote vraag. Voor grotere familiebedrijven is dit juist een rechtstreekse bedreiging van hun unieke ondernemingsstructuur.
De grotere Nederlandse familiebedrijven zijn doorgaans toonaangevende bedrijven, die al decennia bestaan. Ze verschaffen veel werkgelegenheid en zijn een visitekaartje in het buitenland. Ook zijn deze bedrijven zich vaak bewust van hun maatschappelijke rol. Des te meer reden om deze ondernemingen te koesteren en niet vanuit wetstechnische redenen in de gevarenzone te brengen.
De auteur is lid van de Tweede Kamer voor de ChristenUnie.