Opinie

Eenzaamheid

Te midden van alle berichtgeving over nieuwe besmettingen met de Mexicaanse griep, de aanslag in Indonesië en het verloop van de economische crisis kreeg de opmerkelijke dood van een Hoogeveense vrouw begin deze week nauwelijks media-aandacht.

23 July 2009 11:37Gewijzigd op 14 November 2020 08:22

Het bleef in alle gevallen beperkt tot een klein berichtje: ”Vrouw ligt ruim twee maanden dood in woning”. Na een melding van stankoverlast in het trappenhuis kwam de politie in actie. Buurtonderzoek wees uit dat een bewoonster van het portiek al sinds mei niet meer was gezien. De brievenbus van de vrouw puilde uit. Binnen vonden agenten het ontzielde lichaam van een 66-jarige vrouw. Geen hoogbejaarde, maar iemand die in de herfst van haar leven werd weggemaaid door de dood. Door niemand gemist. Door niemand berouwd. Door niemand begraven. Ze stierf in stilte en als het ontbindingsproces niet was opgetreden, lag ze vermoedelijk nu nog op dezelfde plaats als waar ze haar laatste adem uitblies.Juist in deze zomerperiode waarin mensen vaak met elkaar eropuit trekken, velen samen hun vertier zoeken op uitpuilende campings en volgeboekte vakantieparken, kan het geen kwaad stil te staan bij het verscheiden van deze vrouw.

Zeker, wie een christelijke opvoeding heeft gekregen, zal het onmiddellijk beamen: de dood gaat niet met vakantie. Maar leeft iedereen ook bij die werkelijkheid als hij zijn paspoort op het gemeentehuis laat vernieuwen, de koffers inpakt en de auto inlaadt om op weg te gaan naar de al maanden geleden geboekte stacaravan in Zeeland of de bungalow in Zwitserland?

Niet alleen het overlijden van deze vrouw als zodanig zet echter aan tot bezinning, dat geldt temeer vanwege de trieste omstandigheid: een door niemand opgemerkt sterfgeval.

Nu is dat niet iets van de laatste jaren, al lijkt het er wel op dat het aantal aan het toenemen is. In 2006 berichtten Nederlandse media minstens zeven keer over een dode die pas na langere tijd in zijn of haar huis was gevonden, in 2007 acht keer en vorig jaar veertien keer.

De allereerste publiekscampagne van SIRE in 1967 had als leus ”Man lag vijf dagen dood in woning” en vroeg aandacht voor medemenselijkheid in de samenleving. Dit laat zien dat het veertig jaar geleden dus ook al gebeurde dat mensen niet doorhadden dat een buurtbewoner –of nog erger: een familielid– was overleden.

Deze week bracht het CBS naar buiten dat over veertig jaar Nederland 3,6 miljoen eenpersoonshuishoudens zal tellen. Het is om die reden goed mogelijk dat het aantal onopgemerkte sterfgevallen nog verder zal toenemen. Toch blijft het aangrijpend dat mensen soms zo weinig oog voor elkaar hebben.

Het omzien naar elkaar, of het nu een kerkelijk meelevend familielid of een onkerkelijke buurman is, is een voluit Bijbelse opdracht. Juist in deze zomerperiode kan het dan ook geen kwaad eens een (extra) bezoekje te brengen aan die stille weduwe uit de gemeente of die chronisch zieke buurman. Levensleed brengt niet zelden levenseenzaamheid. Wie dat beseft, besteedt graag een deel van zijn vakantietijd aan het opzoeken of uitnodigen van zijn eenzame naaste.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer