AID en OM fout in zaak ‘Porkland’
Zowel de AID als het openbaar ministerie zijn goed in de fout gegaan door in de zaak ‘Porkland’ een keuringsarts van de Voedsel- en Warenautroriteit (VWA) in te schakelen om stiekem DNA-monsters van afgekeurde varkens af te nemen.
Alleen ook weer niet zó fout, dat het OM niet ontvankelijk moet worden verklaard, zoals de advocatuur had bepleit. Het OM mag dus gewoon doorgaan met de vervolging. De rechtbank in Middelburg heeft dat woensdag in een tussenvonnis beslist.In de zaak Porkland gaat het om de slachterij Porkland uit het Limburgse Melderslo, de 42-jarige directeur W. van A. uit St. Philipsland en zijn 45-jarige bedrijfsleider M. van H. uit Tilburg.Zowel het bedrijf als de beide leidinggevenden worden ervan verdacht in de periode augustus 2006 tot en met eind juni 2007 afgekeurd vlees aan slagers te hebben aangeboden. Ettelijke dieren waren te ziek of te slecht voor de slacht. Door de Voedsel- en Warenautoriteit afgekeurd vlees en vlees van zieke dieren zou als consumptievlees verkocht zijn aan slagers en vleeshandelaren. Ook verdenkt het OM de Fliplander ervan dat hij op zijn slachterij kadavers en karkassen van varkens niet aangeboden heeft voor destructie, terwijl ze daar wel voor bestemd waren.Bij het onderzoek naar de handel en wandel met het afgekeurde vlees schakelde de Algemene Inspectie Dienst (AID) een keuringsarts van de VWA in en deze nam dna-monsters zonder daarvoor bevoegd te zijn. Ook was de keuringsarts niet bevoegd te zijn om opsporingswerk te doen. Zo plukte de arts (stiekem) wat haren van een afgekeurd varken, deed het in een zakje en gaf het - zonder enige controle op de afname - aan de AID.
Voor de vervolging van de zaak tegen de verdachten heeft het verweer van de advocatuur geen effect gesorteerd. De verwachting is echter wel dat deze slechte beurt van het OM gevolgen zal hebben voor een eventuele strafoplegging.
Wanneer de zaak verder wordt behandeld is nog niet bekend.