Gemiddeld werkt in de Europese Unie nog niet een op de vijf mensen in deeltijd, blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) woensdag heeft gepubliceerd.Nederland dankt de koppositie vooral aan de vrouwen. In 2008 had driekwart van de werkende vrouwen van 15 tot 65 jaar parttime werk. In alle andere EU–landen werkt minimaal de helft van de vrouwen met een baan in voltijd. Gemiddeld had in de EU een op de drie werkende vrouwen parttime werk.

Van de mannen in Nederland werkt een op de vier in deeltijd. Dat is een stuk minder dan onder de vrouwen, maar toch is ook de Nederlandse man in Europa kampioen–deeltijdwerker. De Deense en de Zweedse mannen komen met een procent of 12 op de tweede plaats.

Het zijn in Nederland vooral de jonge mannen die in deeltijd werken en in iets mindere mate de 50–plussers. Van de werkende jongeren heeft 62 procent deeltijdwerk. Het gaat vaak om een bijbaan van scholieren en studenten. Onder de mannen van 50 tot 59 jaar werkt een op de vijf in deeltijd. Dat zal vaak met deeltijdpensioen te maken hebben, aldus het CBS. Van de 25–50–jarigen werkt een op de acht parttime.

De afgelopen vijftien jaar is het aantal deeltijders fors toegenomen. In 1993 werkte een kwart van de beroepsbevolking in deeltijd. Toen had ruim de helft van de werkende vrouwen een deeltijdbaan. Bij de mannen lag het aantal parttimers op 9 procent.